Wie naar idealen van verheven grootsheid streeft, doet dit, omdat zij de inhoud van zijn wezen uitmaken. De verwezenlijking zal voor hem een genot betekenen, waar tegenover de lust, die de armzaligheid in de bevrediging van alledaagse verlangens smaakt, gering te achten is. Idealisten zwelgen geestelijk in genot bij het in praktijk brengen van hun idealen.
Bron: Rudolf Steiner – DE FILOSOFIE DER VRIJHEID (bladzijde 159)
Uitgeverij Servire 1970 Vertaling P. Los-Wierixks
Duitstalige link: GA 4 (bladzijde 232)