We zouden graag de stemming van het mediteren over ons gehele leven uitbreiden. Dat gaat echter niet, omdat we dan onbruikbaar voor het fysieke leven worden. Neemt een mens het voorrecht op zich om zijn huidige leven geheel aan de meditatie te wijden, dus een klooster- of monnikleven te leiden, dan wordt hij in het volgende leven des te meer voor de taak gesteld in het praktische leven, ondanks wellicht versterkte spirituele krachten, actief te zijn.
Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band II: 1910-1912 – Berlijn, 26 januari 1912 (bladzijde 312)
Eerder geplaatst op 26 augustus 2015 (8 reacties)
Kan alleen maar herhalen wat ik destijds schreef: Aan alles hangt een kaartje… Maar ter aanvulling: dat kaartje hoeft helemaal niet een negatieve te zijn, dat kan ook heel positief uitvallen…..
Ach, het is wel herkenbaar. Eindelijk eens iets van de grond krijgen, teveel ideeen…
Ik kom graag in de Monastère van Chevetogne,
en, behalve gefascineerd door hun liturgieën en gebedstijden,
ben ik steeds onder de indruk van hun drukke, praktische leven,
huishouden, tuin, congressen, retraites, bezoek, gesprek,
studie, uitgeverij, winkel, ambachten, keuken, was en plas, poetsen,
ziekenzorg, zorg voor de ouderen etc.