Doordat de mens zich geheel op de fysieke wereld richtte, heeft deze zijn gehele interesse in beslag genomen. Dat was een noodzakelijke ontwikkelingsfase. Tegenwoordig meent de mens vaak: Als ik mij alleen maar inspan hier op aarde goed te leven, dan zal ik na mijn dood wel ervaren, wat er dan te beleven is (Duits: wie es dann beschaffen ist). – Dat lijkt heel logisch, is echter geheel en al onjuist. Doordat men hier voor het geestelijke onverschillig is, weeft men een sluier om zich heen, zodat men juist na de dood niets zal zien. Het denken over de bovenzinnelijke wereld is dus niet zo onpraktisch en wereldvreemd als het zou kunnen lijken.
Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Stuttgart, 16 augustus 1908 (bladzijde 420)
Eerder geplaatst op 14 juli 2015 (8 reacties)
Zie ook: Blind na de dood-1 en Blind na de dood-2
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Je hoeft niet voor het geestelijke onverschillig te zijn, maar er gewoon geen besef van hebben . . . weef je dan ook een sluier om je heen? En je karma brengt ook aspecten in zicht.
Dat is een goede vraag Bernard. Ik heb daar 1,2,3, niet zo een antwoord op.
Ik weet wel dat Steiner het erover heeft gehad dat als jij een bankrekening hebt bij een bank die daarmee een wapenproducent of leverancier ondersteunt, je dat karmisch aangerekend wordt, ook als je dat niet weet, of niet van op de hoogte bent…
Ik vind dat wel enigszins vergelijkbaar.