Christusimpuls: Niet de leer, maar de kracht

Ik heb vaak benadrukt dat het bij Christus niet erop aankomt wat hij leerde, maar wat er door hem gebeurd is. De oude grondleggers van religie waren, om zo te zeggen, leraren, maar de Christus heeft voornamelijk gewerkt doordat hij zijn eigen kracht door het mysterie van Golgotha in de mensheid heeft binnen laten zinken (Duits: hineingesenkt hat). Dit is voor veel mensen tegenwoordig nog buitengewoon moeilijk te begrijpen. Daarom spreken ze alleen over Christus als een grote wereldleraar, wat gewoon onzin is voor degenen die de volledige betekenis van Christus echt begrijpen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 154 – Wie  erwirbt man sich Verständnis für die  geistige Welt? – Berlijn, 18 april 1914 (bladzijde 18)

Zie ook: Boeddha/Christus (1 reactie)

Automatisch

De mens doet in het gewone leven vele verrichtingen die voor zijn geest onbewust blijven. Hij zal bijvoorbeeld zijn ogen sluiten als er een vlieg mee in aanraking komt. Zou dit proces van het ogen sluiten eerst uitgedacht moeten worden, dan zou er niet veel van terecht komen. Deze activiteit en nog vele andere zijn pas door talloze vergissingen geleerd. Zo hebben ook de hoogste wezens hun grootheid alleen daardoor verkregen dat ze op alle trappen van hun ontwikkeling aan fouten waren blootgesteld en pas langzamerhand het overeenkomende vermogen verkregen, zodat fouten niet meer mogelijk waren, omdat het geleerde nu automatisch geworden was. 

Zo moeten we ook leren veel dingen automatisch te doen, waartoe we nu nog veel denkkracht gebruiken moeten. Doordat ons gewone Ik zich verheft en het hogere Ik geboren wordt, is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat tegelijkertijd het denken zo logisch en wetmatig verloopt dat fouten uitblijven, anders komt er een moment dat het Ik het lagere denken aan zichzelf overlaat, waardoor een grote verwarring in de lagere natuur ontstaat. Wie gelooft dat het denken iets ondergeschiktst is, waarvoor men zich niet hoeft in te spannen, die is niet geschikt voor het esoterische leven. Juist hierop komt het het meeste aan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Kassel, 27 juni 1909 (bladzijde 492)

Eerder geplaatst op 23 juli 2015

Veel van wat in het leven van weinig belang lijkt, is van gewicht als men het lot gaat bestuderen  

Het is werkelijk minstens zo belangrijk voor het onderzoek van het lot om interesse te hebben voor een handbeweging als voor een geniale geestelijke gave. Zo is het evenzeer van belang te letten op de manier, waarop iemand gaat zitten als op de wijze, waarop hij zijn morele verplichtingen nakomt. Het is even belangrijk of iemand vaak rimpels in zijn voorhoofd trekt of dat hij al of niet vroom is. Veel van wat in het leven van weinig belang lijkt, is van gewicht als men het lot gaat bestuderen zoals het van leven naar leven gaat en veel van wat zeer belangrijk lijkt bij een mens, blijkt van weinig betekenis te zijn.

Nu is het in het algemeen niet zo makkelijk om bijvoorbeeld op lichamelijke eigenaardigheden te letten. Ze zijn er wel, maar men moet zich erin geoefend hebben om, natuurlijk zonder kwetsend te werk te gaan, ze te bestuderen, want het kan kwetsend zijn als men een medemens al te duidelijk om die reden bekijkt. Dat zou nooit mogen voorkomen, maar alles wat er in deze richting gedaan wordt, zou op natuurlijke wijze moeten geschieden. Als men echter zijn aandacht in die richting geschoold heeft, dan blijken er bij iedere mens bijzondere eigenaardigheden te bestaan, kleinigheden, die voor het karmische onderzoek zeer belangrijk zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 15 maart 1924 (bladzijde 152)

Vertaling: A. Goedheer-De Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius

Eerder geplaatst op 16 juli 2015  (1 reactie)

Lawaai in de steden

Er worden tegenwoordig boeken over de opheffing van geluidshinder in de steden geschreven en verenigingen daarvoor opgericht. Het komt er echter niet op aan het lawaai in de steden af te dempen, maar om in zich de kracht te ontwikkelen om zich van binnen uit ervoor af te sluiten door meditatie, door zielenrust. Niet het lawaai, maar de demonen, die door onze steden trekken, zijn het schadelijke; en deze worden juist door het lawaai enigszins in toom gehouden. Men moet te midden van het lawaai leven kunnen, zonder zich hierdoor tot woede te laten prikkelen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – München, 8 november 1908 (bladzijde 429)

 Eerder geplaatst op 5 juli 2015  (4 reacties)

Niet zo onpraktisch en wereldvreemd als het lijkt

Doordat de mens zich geheel op de fysieke wereld richtte, heeft deze zijn gehele interesse in beslag genomen. Dat was een noodzakelijke ontwikkelingsfase. Tegenwoordig meent de mens vaak: Als ik mij alleen maar inspan hier op aarde goed te leven, dan zal ik na mijn dood wel ervaren, wat er dan te beleven is (Duits: wie es dann beschaffen ist). – Dat lijkt heel logisch, is echter geheel en al onjuist. Doordat men hier voor het geestelijke onverschillig is, weeft men een sluier om zich heen, zodat men juist na de dood niets zal zien. Het denken over de bovenzinnelijke wereld is dus niet zo onpraktisch en wereldvreemd als het zou kunnen lijken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Stuttgart, 16 augustus 1908 (bladzijde 420)

Eerder geplaatst op 14 juli 2015 (8 reacties)

Zie ook: Blind na de dood-1  en  Blind na de dood-2