In de natuur heerst verstand. – En u kunt, als u de natuur werkelijk bestudeert, overal dit werkende verstand vinden. En over uw eigen verstand zult u dan bescheidener denken, want het is ten eerste niet zo groot als de geest, die er in de natuur heerst, ten tweede is het echter slechts zoiets als een scheutje water dat men uit een zee geschept heeft en in een kan gedaan heeft. De mens is namelijk in werkelijkheid als een kruik die het verstand van de natuur bevat. In de natuur is overal verstand, alles is wijsheid. Degene die slechts de mensen zelf verstand toeschrijft, is ongeveer net zo slim als iemand, die zegt: In de zee of de beek zou water zijn? Dat is onzin, daar is geen water in. Alleen in mijn kan zit water, de kan heeft het water voortgebracht. – Zo denkt de mens, dat hij het is die het verstand tevoorschijn brengt, terwijl hij het slechts uit de algemene zeeën van het verstand put.
Bron: Rudolf Steiner – GA 220 – Lebendiges Naturerkennen, Intellektueller Sündenfall und spirituelle Sündenerhebung – Dornach, 21 januari 1923 (bladzijde 149-150)
Eerder geplaatst op 13 juni 2015 (19 reacties)