In de natuur is overal verstand, alles is wijsheid

In de natuur heerst verstand. – En u kunt, als u de natuur werkelijk bestudeert, overal dit werkende verstand vinden. En over uw eigen verstand zult u dan bescheidener denken, want het is ten eerste niet zo groot als de geest, die er in de natuur heerst, ten tweede is het echter slechts zoiets als een scheutje water dat men uit een zee geschept heeft en in een kan gedaan heeft. De mens is namelijk in werkelijkheid als een kruik die het verstand van de natuur bevat. In de natuur is overal verstand, alles is wijsheid. Degene die slechts de mensen zelf verstand toeschrijft, is ongeveer net zo slim als iemand, die zegt: In de zee of de beek zou water zijn? Dat is onzin, daar is geen water in. Alleen in mijn kan zit water, de kan heeft het water voortgebracht. – Zo denkt de mens, dat hij het is die het verstand tevoorschijn brengt, terwijl hij het slechts uit de algemene zeeën van het verstand put.

Bron: Rudolf Steiner – GA 220 – Lebendiges Naturerkennen, Intellektueller Sündenfall und spirituelle Sündenerhebung – Dornach, 21 januari 1923 (bladzijde 149-150)

Eerder geplaatst op 13 juni 2015  (19 reacties)

Vermomde eigenliefde

Het weliswaar hartverwarmende, maar egoïstische gepraat dat wij onze naaste moeten liefhebben en deze liefde ook bij iedere gelegenheid moeten laten blijken, dat vormt nog niet het sociale leven. In de meeste gevallen is dat een zeer egoïstisch soort liefde. Menigeen ondersteunt zelfs, met datgene wat hij, je zou kunnen zeggen, eerst heeft buitgemaakt, met aartsvaderlijke goedertierenheid zijn medemensen, om daardoor een object te scheppen voor zijn eigenliefde, omdat hij zich dan van binnen kan warmen aan de heerlijke gedachte: ‘Wat ben ik toch een goed mens!’ Maar hij komt niet op het idee, dat een groot deel van deze zogenaamde weldaden vermomde eigenliefde is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Sociale en antisociale impulsen in de mens – Bern, 12 december 1918 (bladzijde 169)

Vertaling: Wyts ten Siethoff

Eerder geplaatst op 30 augustus 2017  (2 reacties)

De schoolbanken van het leven

Een van de impulsen waarvoor wij als antroposofen enthousiast worden is immers, dat wij datgene wat de meeste mensen alleen maar voor de vroegste jeugd laten gelden, ook in de rest van ons leven in praktijk brengen: ook als we misschien al lang grijs geworden zijn, gaan we nog in de schoolbanken zitten, en wel in de schoolbanken van het leven. Dat is ook een van de verschillen met anderen, die geloven dat ze, wanneer ze tot hun vijf-, zesentwintigste alsmaar hebben geboemeld – pardon, ik moet zeggen: college hebben gelopen en hebben gestudeerd – voor hun hele verdere leven klaar zijn! Hoogstens voor zijn eigen plezier ontwikkelt men zich daarna nog verder in de een of andere richting. 

Maar wanneer we langzamerhand doordringen tot de essentie van de geesteswetenschap, dan komt ons heel duidelijk voor ogen te staan dat de mens werkelijk zijn hele leven door moet leren, wil hij de opgaven van dit leven aankunnen. Het is heel belangrijk dat wij doordrongen zijn van dit gevoel. Als niet wordt afgerekend met het idee dat men alles reeds kan beheersen met de vermogens die men tot zijn twintigste of vijfentwintigste jaar heeft ontwikkeld, dat men daarna alleen maar in het parlement of waar dan ook bij elkaar hoeft te komen om over alles en nog wat besluiten te nemen – zolang deze opvatting stand houdt, kan er in de sociale structuur van de wereld niets heilzaams tot stand komen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Sociale en antisociale impulsen in de mens – Bern, 12 december 1918 (bladzijde 166-167)

Vertaling: Wyts ten Siethoff

Eerder geplaatst op 29 augustus 2017 (1 reactie)

Een Rus in de politiek

Als een Rus in de politiek gaat wordt hij beslist ziek of hij sterft eraan. Hij heeft zo weinig aanleg voor politiek dat hij ziek wordt en er aan doodgaat. Dat is wel wat erg radicaal gezegd, maar dit verschijnsel doet zich voor. In de Russische volksziel is niets aanwezig, wat innerlijk verwantschap heeft met de degelijke politiek van de Engelse of de Amerikaanse volksziel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Sociale en antisociale impulsen in de mens – Bern, 12 december 1918 (bladzijde 181)

 Vertaling: Wyts ten Siethoff

Eerder geplaatst op 28 augustus 2017  (18 reacties)

Uitgaan van de werkelijkheid  

De mensen die in onze staatkundige of maatschappelijke organisaties de belangrijkste posities hebben en die dan vaak praten over de tegenwoordige sociale eisen, lijken voor degenen die daarin thuis zijn op mensen, die een brug willen bouwen over een snelstromende rivier maar nog nooit hebben gehoord van het parallellogram van krachten of iets dergelijks! Ze kunnen die brug best bouwen, maar bij de eerste de beste gelegenheid stort hij in. En daarop lijken ook de sociale leiders en ook anderen, die voor bepaalde sociale instellingen verantwoordelijk zijn: bij de eerste de beste gelegenheid zal blijken dat hun maatregelen onmogelijk zijn, want wij moeten uitgaan van de realiteit en niet ingaan tegen de werkelijkheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Die  soziale Grundforderung unserer Zeit/ In  geänderter Zeitlage – Bern, 12 december 1918 (bladzijde 166)

Vertaling: Wyts ten Siethoff

Eerder geplaatst op 4 oktober 2013  (9 reacties)

Zie ook: Slecht gebouwde bruggen storten in, sociale knoeierij doet mensen instorten