De mensen verwonderen zich erover dat geestesziekten zoals men ze noemt, door erfelijkheid ontstaan. Geestesziekten zijn echter altijd lichamelijke ziekten, die zich uiten doordat het lichaam zijn functies niet naar behoren uitvoert. De geest wordt niet ziek, de ziel ook niet; geestesziekte is altijd iets fysieks. Dus de mensen verwonderen zich erover dat iemand, zoals men zegt, geestesziek wordt door overerving. Jazeker, de mens wordt geestesziek door erfelijkheid. Als de ouders, in het bijzonder de moeder, aan tuberculose lijden, of als ze aan een andere ziekte, bijvoorbeeld aderverkalking lijden – dat komt in de jeugd wel minder voor, maar het komt voor bij sommige mensen –, als dus de ouders lijden aan tuberculose, aan aderverkalking, dan zullen de kinderen niet weer aan tuberculose of aderverkalking lijden, maar ze kunnen geestesziek worden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach, 24 oktober 1922 (bladzijde 39-40)
Eerder geplaatst op 8 juni 2015 (3 reacties)
Het lijkt me goed als een medisch wetenschapper hier op zou reageren.
Dat zou inderdaad goed zijn, ja. Breed en deskundig licht op dispositionele en situationele medische en biografische aspecten. Zeer interessant zijn ook Steiners zaakbeschrijvingen van Friedrich Hölderin (1770-1843) en Robert Hamerling (1830-1889), opgenomen in de boekuitgave Karmaonderzoek 2 (bladzijde 66 t/m 80). Daar legt Steiner natuurlijk het hoofdaccent op karmische aspecten.
Diverse aspecten en factoren en actoren zijn bij dit soort kwesties en vraagstukken in het geding.
Bij deze en andere kleine citaten van Steiner die je plaatst, vraag ik me vaak af: waarom? Wat spreekt je er in aan? Wat wil je er mee?
Wat spreekt mij er in aan? Ik weet niet goed wat ik met deze vraag moet. Het is voor mij vanzelfsprekend dat deze citaten mij aanspreken. Maar waarom? Je kan net zo goed vragen waarom de een zich interesseert voor iets en de ander niet. Daar kom je niet uit. De een interessert zich voor dit en de ander voor dat.
Het werk van Steiner lijkt mij van zeer groot belang en ik probeer het onder de aandacht te brengen. Meer weet ik er niet op te zeggen.