Geestesziekte/Erfelijkheid

De mensen verwonderen zich erover dat geestesziekten zoals men ze noemt, door erfelijkheid ontstaan. Geestesziekten zijn echter altijd lichamelijke ziekten, die zich uiten doordat het lichaam zijn functies niet naar behoren uitvoert. De geest wordt niet ziek, de ziel ook niet; geestesziekte is altijd iets fysieks. Dus de mensen verwonderen zich erover dat iemand, zoals men zegt, geestesziek wordt door overerving. Jazeker, de mens wordt geestesziek door erfelijkheid. Als de ouders, in het bijzonder de moeder, aan tuberculose lijden, of als ze aan een andere ziekte, bijvoorbeeld aderverkalking lijden – dat komt in de jeugd wel minder voor, maar het komt voor bij sommige mensen –, als dus de ouders lijden aan tuberculose, aan aderverkalking, dan zullen de kinderen niet weer aan tuberculose of aderverkalking lijden, maar ze kunnen geestesziek worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach, 24 oktober 1922 (bladzijde 39-40)

Eerder geplaatst op 8 juni 2015 (3  reacties)