In oude tijden hebben de mensen helderziende openbaringen gehad en ze hebben deze niet begrepen; ze hebben ze pas later leren begrijpen. Tegenwoordig moet de mens eerst begrijpen, moet zijn intellectualiteit inspannen, moet zijn verstand inspannen, en als hij zich inspant door wat in de geesteswetenschap voorhanden is, dan zal de mensheid zich opnieuw ontwikkelen tot het helderziende opnemen van het bovenzinnelijke. Dat is echter iets wat de meeste mensen tegenwoordig liever nog zouden vermijden: hun gezonde mensenverstand gebruiken om de geesteswetenschap te begrijpen. Zou men het willen vermijden, dan zou men ook willen vermijden überhaupt bovenzinnelijke openbaringen in onze aardse wereld binnen te laten.
Bron: Rudolf Steiner – GA 195 – Weltsilvester und Neujahrsgedanken – Stuttgart, 31 december 1919 (bladzijde 63)
Eerder geplaatst op 24 april 2015 (4 reacties)
Dat is toch wel weer wondertjes mooi, dat we zoals de laatste zin vertelt, we een hulpje mogen zijn om bovenzinnelijke openbaringen in onze aardse wereld binnen te laten…
In onze Aardse wereld?? Daar zijn ze allang, maar laat je ze ook binnen in jezelf, en wat ga je er vervolgens mee doen…
Ja Haike, daar zijn ze allang door hoe dood en leven dezelfde zijn…
En toch vind ik het mooi om zo’n zin weer op me door te laten werken, door hoe het me net een andere ingeving geeft in de omgang met anderen.