Talloze verschijnselen van het leven zullen ons duidelijk worden, als we het menselijk wezen uit twee samenwerkende polen denken, de mannelijke pool naar buiten, de vrouwelijke naar binnen bij de man, bij de vrouw de vrouwelijke pool naar buiten, de mannelijke naar binnen.
De geesteswetenschap toont ons echter ook de diepere reden, waarom zich in het mannelijke het vrouwelijke en in het vrouwelijke het mannelijke bevindt. Geesteswetenschap spreekt ervan dat de mens door vele levens gaat naar steeds hogere volkomenheid. Het huidige leven is altijd het resultaat van vorige levens. En doordat de mens door vele levens schrijdt, gaat hij ook door mannelijke en vrouwelijke belichamingen. Zo drukt zich dus wat zo gebeurt de werking uit van wat we aan ervaringen, belevenissen vanuit beide kanten als mensen op aarde meemaken kunnen.
Wie zoals het hier beschreven is, naar het mannelijk en het vrouwelijk wezen kan zien, weet dat de fijnere belevenissen van de beide geslachten heel anders, zeer verschillend zijn moeten. Ons hele leven op aarde is een verzameling van de meest uiteenlopende gebeurtenissen en ervaringen. Alzijdig kunnen deze belevenissen en ervaringen alleen worden doordat de mens deze belevenissen en ervaringen van beide geslachten uit meemaakt. […] Zolang men echter alleen het fysieke lichaam erkent, kan iets zinnigs niet voor de dag komen. Men moet het geestelijke kennen dat er achter is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – München, 18 maart 1908 (bladzijde 94-95)
Eerder geplaatst op 25 maart 2015
Alleen door middel van de geesteswetenschap kan het geheim van de geslachtelijkheid verklaard worden . De wetenschap gaat terug tot de conceptie en verder kan zij niet .. , en ook daarom blijft zij hangen bij het eencellige waaruit volgens haar alles zou zijn ontstaan , zowel het vrouwelijke als het mannelijke .
De geesteswetenschap zou niet kunnen zijn zonder de kosmos , en daar ligt het geheim van de tweeslachtigheid , welke verbonden is aan het afsplitsen van Zon en Maan uit een vroeger planetair geheel , de “Oude Maan” genoemd , maan , aarde en zon waren toen nog een geheel . Dit alles gepaard gaande met ‘verdichting’ ‘en ontstaan van een minerale aarde , gaf bij de mens een beendergestel en het ontstaan van het bloed , en dit laatste onmisbaar om het ik op de juiste manier te kunne ontwikkelen . Pas dan konden man en vrouw ontstaan uit het ongedifferentieerd wezen van de oude maan . Zo had de zon zijn aandeel in het mannelijke en de maan in het het vrouwelijke . Maar het mannelijke wezen toonde als eerste neiging tot differentiatie , individualisering en de verschillen werden steeds groter tussen beide geslachten … en het etherlichaam dat alzo binnenstroomde werd bepalend voor de aard van elk , de eerzucht bij de man kwam van het vrouwelijke etherlichaam dat hij kreeg voort , en de opofferingsgezindheid en onbaatzuchtige liefde bij de vrouw hangen samen met de mannelijkheid van haar etherlichaam .
Iets anders heel belangrijks ging daar ook nog mede gepaard ( na het uitstoten van zon en maan ) , nl “ de verduistering van het bewustzijn “ , en hierdoor werd ook pas het aardse sterven en de reincarnatie mogelijk , dus na het uittreden van zon en maan .( zie ook GA 99 , voordr 11 & 12 )