De mens, vooral in Midden-Europa, is eigenlijk tegenwoordig zo gestemd dat hij kennis van de geestelijke wereld ofwel vreest ofwel veracht. Beide zijn immers innerlijk verwant. Maar juist deze angst voor de geestelijke wereld en deze verachting voor inzicht in de geestelijke wereld, hangen samen met de uiterst moeilijke toestand, waarin Midden-Europa is gekomen en waarin het nog verder zal komen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 192 – Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen – Stuttgart, 20 juli 1919 (bladzijde 299)
Eerder geplaatst op 17 maart 2015 (1 reactie)
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
En hoe is dat nu vandaag de dag? Een eeuw later. De actualiteitswaarde van spiritualiteit neemt onverminderd toe. Zie bijvoorbeeld Mosmullers boek Singulariteit – Dialogen over kunstmatige intelligentie en spiritualiteit (Uitgeverij Occident, 2019).
Dat vraag ik me af, om heel eerlijk te zijn. Als ik op een verjaarsfeestje kom waar alleen maar antroposofen aanwezig zijn; en ze je raar aankijken als je het serieus over Kabouters Nimfen, Elfen, Trollen en Dwergen gaat hebben; c.q. Elementairwezens, ze het eigenlijk maar gek vinden, vraag ik me echt af of die actualiteitswaarde zo veel toe neemt.
Blijkbaar is het onder antroposofen (hier en daar een uitzondering daar gelaten) een moeizame zaak. Dus als dergelijke onderwerpen daar al moeilijk zijn, waar kunnen ze dan nog wél plaats vinden.
Waarmee ik niks af wil doen aan Mieke’s boek. Haar zienswijze deel ik wel.
Moeizaamheid is gebleven. Tegenstand ook. Er mag worden aangenomen dat dat laatste in zekere opzichten zelfs toe zal nemen. Maar belangstelling voor spiritualiteit in brede zin groeit of consolideert. Aan de leefwereld die mensen met elkaar delen is evenwel iets nieuws toegevoegd: een virtuele wereld en massamedia. Antroposofen worstelen met de methode en weg van geesteswetenschap en dat is op zich niet zo verwonderlijk, want de methode vraagt en vergt veel en de ontwikkelingsweg is evenmin makkelijk. Maar goed, ik kan niet helemaal voor andere antroposofen spreken. Die verschillen onderling ook.