De mensen geloven vrij te zijn in hun beslissingen, gedachten en ideeën, maar ze worden geleid door wat achter de fysiek-zintuiglijke wereld als geestelijke wezens aanwezig is. Wat de mensen hun eigen verstand noemen, waarvan ze geloven dat daardoor de loop der tijden gestuurd wordt, dat is tegelijkertijd de uitdrukking van daar achterstaande geestelijke wezens.
Bron: Rudolf Steiner – GA 57 – Wo und wie findet man den Geist? – Berlijn, 12 maart 1909 (bladzijde 338)
Eerder geplaatst op 13 januari 2015
Daar zou ik graag meer inzicht in krijgen. Hoe weet ik of mijn gedachten van mij zijn of van geestelijke wezens?
Snap ik niet.
Volgens de Antroposofie hebben we een vrije keuze.
Wij zijn altijd zelf verantwoordelijk voor onze beslissingen en handelen.
Dit lijkt dat tegen te spreken.
Kan iemand dit uitleggen?
Volgens mij hoeft het niet met elkaar in tegenspraak te staan, Hedvig. Stel je wordt door een of ander geestelijk wezen geïnspireerd (onbewust) het een of ander te doen of juist niet te doen. Dan ben je altijd nog vrij om aan deze inspiratie of impuls toe te geven of niet.
Dat is zo. Dank je wel Ridzerd
Als je het eerste deel van “de Filosofie der Vrijheid” leest kom je er volgens mij ook op het volgende uit: “Niet ik denk, het denk door mij”.