De waarheid zal u vrij maken (Johannes 8:32)

De geesteswetenschap laat zien hoe alle materiële dingen een manifestatie van de geest zijn en hoe, op een de mens onbekende manier, geestelijke invloeden zich in de mens verspreiden. […] (bl. 24)

Als de mens zijn ogen richt naar een mooie, een zuivere en edele zaak, dan wordt er een gedachte in hem gewekt; als hij zijn ogen op een zedeloze (Duits: schmutzig), onedele zaak richt, dan wordt er een andere gedachte in hem opgewekt. Doordat nu als gevolg van de uiterlijke indrukken een gedachte in de ziel wordt opgeroepen, sluipen tegelijkertijd  Saturnusgeesten, de goede en de slechte, in de mens. En door alles wat de mens door de sympathie of antipathie voor zijn omgeving, door wat hij ziet en hoort en ruikt, om zich heen ontvouwt, stelt hij zich bloot aan het insluipen van deze of gene Saturnusgeesten. […] (bl. 25)

Zo ziet u hoe we ons de mens moeten voorstellen als een zeer ingewikkeld wezen, als een deelgenoot van vele werelden en vele wezens. Wie op het pad van de occulte ontwikkeling voortschrijdt naar hogere inzichten, die leert de eigen aard van deze wezens kennen, en daardoor alleen kan hij vrij worden van hen, krijgt hij er een vrije blik over. De waarheid over de hogere werelden in zich opnemen, betekent werkelijk vrij, werkelijk rijp te worden, omdat we daardoor de werkingen en impulsen leren kennen, die ons leven beïnvloeden en doorstromen. Zichzelf kennen leren betekent tegelijkertijd vrij en onafhankelijk worden. (bl. 26)

Afbeeldingsresultaat voor John 8:32

Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn, 6 januari 1908 (bladzijde 24-26)