Alles wat ruimtelijk beperkt is zal zijn betekenis verliezen

Alles wat ruimtelijk beperkt is zal zijn betekenis verliezen. Daarom kan degene die de gehele zin van de mensheidsontwikkeling begrijpt, ook begrijpen dat de verschijning van Christus, zoals deze zal komen in de eerstvolgende drieduizend jaar, niet zo zal zijn dat de Christus beperkt is tot een ruimtelijk lichaam dat tot een bepaald gebied beperkt is. Zelfs als de transportmiddelen nog zo zeer verbeterd zouden zijn en nu iemand hulp nodig had in Zuid-Amerika en de Christus in Europa zou zijn, dan zou hij, als hij beperkt was tot een fysiek lichaam, in ieder geval met een luchtballon naar Zuid-Amerika moeten vliegen, als de hulp daar geboden zou moeten worden.

Zelfs als men de snelheden in de overwinning van de ruimte op nog zo wenselijke wijze zou voorstellen: Wat de Christus bij zijn wederkomst op de aarde zal hebben te doen, zal nooit beperkt zijn door wat een wezen kan doen in het fysieke lichaam. Niet eens zal het beperkt zijn doordat de Christus slechts op een plaats tegelijkertijd kan zijn: Hij zal tegelijkertijd kunnen helpen op de ene plaats en op een andere plaats. Omdat het geestelijk wezen niet aan de ruimtelijke organisatie is gebonden, daarom zullen degenen, die geholpen kunnen worden door Christus in zijn onmiddellijke verschijning, aan het ene eind van de aarde even goed zijn hulp ontvangen als degenen die geholpen moeten worden aan het andere eind.

Niet aan ruimtelijke grenzen en niet aan een stoffelijk, fysiek lichaam is de nieuwe verschijning van Christus gebonden. Alleen wie niets begrijpen wil van de vooruitgang der mensheid naar spiritualiteit, van de geleidelijke verandering van alle grote gebeurtenissen in geestelijkheid, kan juist wat met het Christuswezen bedoeld is, uitleggen als gebonden aan een fysiek lichaam.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Neurenberg, 2 december 1911 (bladzijde 170-171)

Eerder geplaatst op 1 juli 2014