Men kan bijvoorbeeld het volgende beleven. Er leven in Stuttgart tegenstanders van de antroposofie, heftige tegenstanders, tegenstanders met argumentaties, want het zijn wetenschappelijke tegenstanders, en die weten dat antroposofie domme, onwetenschappelijke onzin is: ze sturen hun kinderen naar de Waldorfschool (Vrije School). Ze vinden zelfs dat de Waldorfschool uitstekend voor hun kinderen is. Kortom, eens bezochten twee zulke mensen de Waldorfschool en zeiden: ‘Maar deze Waldorfschool is toch werkelijk goed, we merken het aan onze kinderen; jammer alleen, dat ze op de antroposofie is gebaseerd.’ Nu zou de hele Waldorfschool er echter niet zijn als er geen antroposofie zou zijn. Zo ziet u, het oordeel van menig mens is zo alsof men zou zeggen: ‘Dat is een uitstekende danser, alleen jammer dat hij op twee benen moet staan.’ Zo is de logica van de tegenstanders.
Bron: Rudolf Steiner – GA 310 – Der pädagogische Wert der Menschenerkenntnis und der Kulturwert der Pädagogik – Arnhem, 24 juli 1924 (bladzijde 174)
Eerder geplaatst op 18 april 2016