Er zijn mensen die slecht kunnen slapen, nietwaar. Als men jonge mensen die slecht kunnen slapen een slaapmiddel geeft, opium, morfine, nu ja, dan slapen ze beter; dat is zeker. Daar is niets tegenin te brengen. Maar de zaak is toch zo, dat als men jeugdige mensen steeds weer als slaapmiddel morfine of welk ander slaapmiddel dan ook geeft, dan wordt het lichaam naar verloop van tijd zwak. Hij heeft vooral steeds meer van dit slaapmiddel nodig. Hij kan niet meer zonder dit slaapmiddel. Hij wordt afhankelijk van dit middel en men heeft dan later toch met een mens te doen, die niet in het volle bezit van zijn krachten is.
Daarom is het beter dat men erover nadenkt, hoe men de slapeloosheid meer op innerlijke wijze kan bestrijden. En men kan deze op innerlijke wijze bestrijden. Als men de mensen er werkelijk toe brengt, dat hij zich inspant altijd maar hetzelfde woord te denken, dan krijgt hij meer en meer van binnen de kracht om in te slapen. En dat is beter. Daardoor verzwakt de mens zichzelf niet.
Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit Dornach, 2 december 1922 (bladzijde 85-86)
Eerder geplaatst op 28 april 2014