Overal in het leven vindt u de dualiteit: licht en schaduw, positief en negatief, mannelijk en vrouwelijk, links en rechts, juist en onjuist, goed en kwaad. De dualiteit is diep geworteld in de aard van alle bestaan, en wie de natuur begrijpen wil, moet zich deze dualiteit in zijn geest duidelijk maken. Pas als we de tweeheid in het eigen leven zien, komen wij tot het begrijpen van de wereld. De leerling moet het zich tot plicht maken om te leren denken in deze dualiteiten. Hij mag nooit alleen het ene denken, hij moet altijd beide met elkaar samen denken. […]
Alleen dan kan men de volle waarheid kennen, als men zich de innerlijke plicht oplegt nooit in een eenheid, maar altijd in een tweeheid te denken. Als de mens leert in deze dualiteiten te denken, dan denkt men pas juist en in overeenstemming met de feiten.
Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein – Leben – Form – Berlijn, 3 april 1905 (bladzijde 291)
Eerder geplaatst op 13 maart 2014
Denken in dualiteiten betekent dat waarheid; dat alles illusie is? En zelfs dat?
Er staat: hij moet altijd beide met elkaar samen denken. Dat betekent dus complementair denken. Dat betekent ook dat men in zichzelf een bewustwording van het gedeelde denken zich eigen dient te maken. Het gedeelde denken is half-denken, dwz de mens die alleen de schaduwzijde van het leven ziet of juist alleen de zonzijde. Of de mens die alleen in goed kan denken of de oordelende mens die alleen in kwaad kan denken.
Illusionair betekent een schijnbare werkelijkheid. In mijn optiek geeft het woord ‘illusie’ niet de juistheid van het half-denken weer.