Vergelijkt u de ziel van een gemiddelde Europese mens met de ziel van mensen, zoals Darwin ze nog getroffen heeft. De ziel van de hedendaagse mens heeft besef van goed en kwaad, van recht en onrecht, van waar en onwaar. Darwin wilde eens een inboorling, die nog kannibaal was, duidelijk maken: Je mag geen mensen eten, dat is slecht, dat mag men niet doen. – De inboorling keek hem vreemd aan en zei: Ja, hoe kun jij dat weten, je moet hem toch eerst gegeten hebben. Als we hem gegeten hebben, dan weten we of hij goed of slecht was.
Zo is een onvolmaakte ziel, die zich door de ontwikkeling steeds volmaakter en volmaakter zal vormen. Onze ziel komt niet bij de individuele mens als een baby op de wereld, maar deze ziel heeft zich eerst vanuit onvolkomen incarnaties ontwikkeld, waarin zij niets anders begrepen heeft van goed en slecht als het aangename en onaangename voor de tong en de smaak en dergelijke. Door zulke stadia heeft zij zich ontwikkeld en is zij door veel belichamingen steeds lerend tot ons niveau opgeklommen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 054 –Die Welträtsel und die Anthroposophie – Berlijn, 15 februari 1906 (bladzijde 286-287)
Eerder geplaatst op 3 april 2014