Hoe dikwijls zijn mensen geneigd te zeggen: Mijn lot heeft mij op een plaats gezet die niet bij mij past. Ik ben, laten we zeggen bijvoorbeeld postbeambte. Als ik in een andere positie was geplaatst, dan zou ik de mensen hoge ideeën kunnen meedelen, grote leringen geven enzovoort.
De fout bij deze mensen is, dat ze hun leven niet aan het belang van hun eigen beroep aanknopen. Ziet u in mij iets belangrijks omdat ik tot de mensen hier spreken kan, dan ziet u het belangrijke in uw eigen leven en beroep niet. Als de postbodes de brieven niet bezorgden, dan zou het hele postverkeer vastlopen; veel werk dat door anderen al gedaan is, zou voor niets geweest zijn. Daarom is ieder op zijn eigen plaats van buitengewone betekenis voor het geheel, en niemand is hoger dan een ander.
Bron: Rudolf Steiner – GA 054 – Die Welträtsel und die Anthroposophie – Berlijn, 7 december 1905 (bladzijde 212)
Eerder geplaatst op 26 maart 2014