Door te kijken naar wat hier wordt beschreven, is het gemakkelijk in te zien dat het werkelijk niet om iets gaat dat slechts theoretisch is, maar iets wat de hele mens raakt, want ik heb vandaag juist die inzichten naar voren gebracht die direct op de mens zelf betrekking hebben.
Zeker, niet iedereen kan een spiritueel onderzoeker zijn, net zomin als iedereen chemicus of astronoom kan zijn. Maar met het gezonde verstand is volstrekt te begrijpen wat astronomie, chemie, fysica leren. Net zo is met het gezonde mensenverstand te begrijpen wat de geestelijke onderzoeker uit de diepten van de menselijke ziel naar boven haalt, als men alleen maar niet de dingen voor zichzelf dichtmetselt door wetenschappelijke vooroordelen. Dan echter, als het omhooggehaald en tot levenswijsheid wordt, dan wordt het ook levenspraktijk.
En ik wil, omdat ik er niet van houd in algemene abstracties te spreken, aan de hand van concrete voorbeelden laten zien hoe deze dingen tot levenspraktijk worden, als ze in de mensen stromen doordat hij zich doordringt met de inzichten van de antroposofische geesteswetenschap.
Bron: Rudolf Steiner – GA 255b – Die Anthroposophie und ihre Gegner – Stuttgart, 4 januari 1921 (bladzijde 279)