We beleven het elke dag dat eigenlijk in de zielen van de mensen de vrees voor het nieuwe, onbekende zit. Ze komen en zeggen: ‘Wat ons daar gebracht wordt, dat is immers in tegenspraak met, zoals men bewijzen kan, de zekere wetenschappelijke resultaten.’ Vaak treedt zo’n verondersteld bewijs potdicht op, zodat men er met betrekking tot zijn gedachtensamenstellingen nauwelijks aan ontkomen kan. Maar deze gedachtensamenstellingen zijn niets anders als een aangenaam masker, waarin zich de angst voor het nieuwe, onbekende kleedt. En omdat het eigenlijk zo mooi is om tegen zichzelf te kunnen zeggen: Men kan iets logisch bewijzen, alle argumenten spreken dat nieuwe tegen -, maskeert men ook tegelijkertijd dat men voor het nieuwe angst heeft, een angst die wanneer men hem in zijn ware vorm zou zien, men zich zou schamen. Zelfs veel wat tegenwoordig met schijnbaar wetenschappelijke gegrondheid, met schijnbaar strenge logica optreedt, is niets anders dan het masker van innerlijke vrees voor het nieuwe, onbekende.
Bron: Rudolf Steiner – GA 77 b – Kunst und Anthroposophie, Der Goetheanum-Impuls – Dornach, 21 augustus 1921 (bladzijde 18)
Eerder geplaatst op 18 december 2013