Antroposofie en socialisme (2 van 11) – De antroposofie is alleen voor enkele dwepers die geen gevoel hebben voor de echte, allerbelangrijkste taken van het leven

En men kan wel zeggen dat dergelijke bezwaren tegen de antroposofie veel schijn van gerechtvaardigdheid hebben. Men zou de ogen moeten sluiten voor dingen die van alle kanten op ons afkomen, als men dat niet wilde toegeven. Het is ongetwijfeld waar dat de bitterste armoede van ontelbaar veel mensen het geheel onmogelijk maakt ook maar een ogenblik aan de hogere doelen van het leven te denken. Het kan zelfs een misdrijf, een zondigen tegen de mensheid lijken als de antroposoof  tot een gering aantal mensen, dat het geluk van een min of meer zorgeloos leven heeft, over de “bestemming der mensen”, over het “hoger leven der ziel” spreekt, terwijl de grote massa in materiële nood verkommert.

De antroposofie is alleen voor enkele dwepers die geen gevoel hebben voor de ware, allereerste taken van het leven; dat kan men niet alleen van kwaadwillende tegenstanders, maar ook van edele mensenvrienden met een helder verstand en een nobel hart horen, die het vóór alles noodzakelijk vinden hun krachten te wijden aan de verbetering van de materiële levensomstandigheden van hun medemensen. Voor hen is het “sociale vraagstuk” het allerbelangrijkste in deze tijd. En ze eisen van de antroposofen dat de leren van “algemene mensenliefde” en “broederlijkheid” vóór alles toegepast worden, waar honger en ellende, waar fysieke en morele verwaarlozing om hulp roepen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 431-432)

Eerder geplaatst op 3 februari 2016