Ik heb het al vaker openlijk gezegd: De mens leeft reeds volgens het principe van het egoïsme, zodra hij het beginsel volgt: ik moet persoonlijk beloond worden; mijn werk moet mij betaald worden. Ofwel verborgen egoïsme: u moet persoonlijk beloond worden, want voor uw werk moet u ook betaald worden. Wij moeten er nu over denken of het werkelijk de arbeid is die voor ons levensonderhoud zorgt. Arbeid als zodanig heeft geheel geen belang, als deze niet verstandig geleid wordt! Alleen door mensen erin gelegde wijsheid is iets voort te brengen en te scheppen, wat de mensen dient. Wie dit niet begrijpt en ook maar in het geringste hiertegen zondigt, zondigt tegen het sociale denken in de tegenwoordige tijd. Dit te overdenken in alle mogelijke fasen, dat maakt het denken sterk. Wie –zoals de sociaaldemocraten- erover nadenkt hoe men werk creëert om de werkloosheid af te schaffen, die denkt in hoge mate onsociaal. Het komt er veel meer op aan dat arbeid uitsluitend voor mensen wordt aangewend om waardevolle goederen voort te brengen.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Hamburg, 3 maart 1906 (bladzijde 128)
Eerder geplaatst op 31 maart 2015
Goede en waardevolle vertaalreeks van uitspraken van Steiner handelend over een belangrijk en actueel onderwerp: gezonde en ongezonde relaties tussen arbeid, werkgelegenheid en inkomen. Steiner liet hier het licht van inwijdingswetenschap op schijnen; mede gedacht naar noden en opgaven van achtereenvolgende cultuurtijdperken met verscheidene maatschappij- en samenlevingsvormen in beweging en transitie. (In antroposofisch jargon: onder andere het vierde (vorige), vijfde (huidige) en zesde (volgende) cultuurtijdperk.)
In de voortreffelijke bundel De Goetheanum gedachte – Verzamelde opstellen – 1921-1925 (GA 36) zijn twee opstellen van Steiner opgenomen die nauw gelieerd zijn aan het onderhavige onderwerp: (1) Arbeitslosigkeit (9 oktober 1921) en (2) Psychologische Aphorismen (2 juli 1922). De moeilijkheidsgraad van deze compacte opstellen is hoog, maar langdurige contemplatie zeker waard. Overigens is de gehele inhoud van deze bundel buitengewoon waardevol en actueel, vergt wel van lezers, schrijvers en sprekers dat ze zich richten en toeleggen op zinvolle en treffende actualisatie dienaangaande.
In de 21e eeuw is er over dit soort onderwerpen tussen diverse antroposofen en sociale driegeleders spraakverwarring ontstaan. Niet verbazingwekkend, niet verwonderlijk, niettemin zorgwekkend. In breder verband stelde ik dat indirect aan de orde in mijn blog Antroposofen en politiek (Cahier, 16 juli 2018).
Je pakt veel dingen aan, John. Knap, zoveel energie.