Antroposofie en socialisme (11 – slot) – Het is soms het lot van de waarheid dat zij paradoxaal klinkt.

Het is soms het lot van de waarheid dat zij ten opzichte van de tegenwoordige tijdsomstandigheden paradoxaal klinkt. Dat moet de waarheidslievenden niet weerhouden om het uit te spreken. Een zo’n waarheid is: de leiders bij sociale kwesties kunnen niet in de zin van menselijke welvaart werken, als ze zich niet doordrongen hebben met de kennis en de gezindheid van de geesteswetenschap.

Er zullen misschien antroposofen zijn die wereldvreemd willen blijven en steeds weer herhalen: het is het lot (karma) van de huidige volkeren dat ze door hun zuiver materiële instelling eenmaal beproefd worden. Tegen hen is te zeggen: zeker, het is ook het lot van een zieke om ziek te zijn; maar degene die moet genezen en niet geneest, omdat hij in de ziekte een beproeving ziet, verzuimt zijn plicht.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 439-440)

Eerder geplaatst op 12 februari 2016

Antroposofie en socialisme (10 van 11) – Niets is onjuister dan de bewering dat antroposofie een wereldvreemde geestesstroming is

Van de geest uit wordt de wereld geleid en wie iets wil bijdragen aan haar leiding, die moet de essentie van het geestelijke begrijpen. Het spiritueel inzicht moet daarom de ziel van de sociale veranderingen worden. En alleen als op deze grondslag de materiële interesses zich verheffen, kan het welzijn van de mensheid daaruit voortkomen. Er kan daarom niets onjuister zijn dan de bewering dat antroposofie een wereldvreemde geestesstroming is, waarvan men niets zou kunnen verwachten voor het geluk van het volk en de bevrijding van de mensen.

Nee, in de antroposofie leeft juist de kennis, dat men de bouw van de menselijke samenleving niet bewerkstelligt als men enkel wat stenen en dakpannen op elkaar legt, maar als men vóór alle dingen zich in volle toewijding verdiept in het plan voor deze bouw. En daarvan willen tegenwoordig diegenen niet weten, die er aanspraak op maken in sociale aangelegenheden mee te denken en mee te doen. Zij vermoeden daarvan niets en willen er in hun materialistische verblinding ook niets van inzien, dat zij het ware wezen van de mens onderzoeken moeten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 439)

Eerder geplaatst op 11 februari 2016

Antroposofie en socialisme (9 van 11) – Materialistische denkwijze/spiritueel inzicht

Het is ongelukkig dat in deze tijd waarin sociale kwesties zo nijpend zijn, tegelijk een materialistische denkwijze de massa, en vooral haar leiders in de greep heeft. Alleen in het licht van een idealistische, geestelijke manier van beschouwen kunnen de maatschappelijke vraagstukken gedijen. Onder invloed van het materialistische denken hebben de karaktereigenschappen van de leidende persoonlijkheden in onze tijd zich ontwikkeld, zodat niemand meer de hogere wetten van de menselijke natuur begrijpen wil, dat niemand meer werkelijk leren wil wat boven de louter zintuiglijke realiteit uitgaat.

Maar niemand kan een werkelijk gunstige invloed op het lot van de mensheid uitoefenen, die niet weet welke de ware wetten van dit lot zijn. En het geestelijk inzicht is de weg om deze wetten te leren kennen. Het is de weg om de zielen van degenen die de materiële ontwikkeling richting willen geven, met de juiste gezindheid te doordringen. Zoals een smid niets aan zijn gereedschap heeft, als hij de werking ervan niet kent, zo baten de “wereldzaligmakers” alle economische maatregelen niet, als zij niet vanuit hun ziel toegang winnen tot de mensenzielen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 438-439)

Eerder geplaatst op 10 februari 2016

Antroposofie en socialisme (8 van 11) – Socialistische leiders zien helemaal over het hoofd, dat tot de oorzaken die het menselijk lot teweegbrengen toch vóór alles de driften, de instincten van zijn psychisch leven behoren

Het zal blijken dat het geen holle frasen zijn, de woorden die de grote Boeddha gesproken heeft: “Haat wordt nooit overwonnen door haat, maar wijkt alleen voor liefde.”

[bladzijde 437 en deel van 436 en 438 overgeslagen]

De socialistische leiders hebben hun aandacht volledig teruggetrokken van het zieleleven van de mensen en zijn van mening, dat men alleen de materiële belangen, de economische verhoudingen in het oog hoeft te houden, als men een gunstige situatie voor de mensheid wil bewerken. Zij zien daarbij helemaal over het hoofd, dat tot de oorzaken die het menselijk lot teweegbrengen toch vóór alles de driften, de instincten van zijn psychisch leven behoren. Het is volkomen waar dat overheersing door de machine, de ontwikkeling van de industrie en de wereldwijde handel de situatie van ons proletariaat gecreëerd hebben. Maar ze hebben deze situatie alleen kunnen teweegbrengen, doordat ze zich onder de invloed van de driften en instincten hebben ontwikkeld, die in de laatste eeuwen in de mensheid geheerst hebben.

Juist daarop komt het aan, de samenhang tussen de menselijke emoties, gevoelens, driften, en hun lotgevallen te leren kennen. Wie de economische verhoudingen wil veranderen zonder te beseffen hoe deze met de menselijke zielenontwikkeling samenhangen, die is als iemand die gelooft dat men het plan voor een stadhuis in het plan voor een kerk kan veranderen, enkel door andere stenen en andere bestanddelen te gebruiken. Wie het volk wil geven wat het toekomt, die moet vóór alles zijn oog richten op de geestelijke samenhangen waar al het materiële leven van afhangt. Hij moet zijn blik richten op de zielekrachten, waardoor het lot van een volk geweven wordt.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 436/438)

Eerder geplaatst op 9 februari 2016

Antroposofie en socialisme (7 van 11) – Het is begrijpelijk dat men juist in socialistische kringen van hogere werelden niets wil weten, omdat men niet eens een flauw idee van het bestaan daarvan heeft.

Niemand kan de uiterlijke handelingen van de mensen begrijpen die niet de geestelijke wetten leert kennen, die eraan ten grondslag liggen. De persoonlijkheden die tegenwoordig de sociale toestanden willen genezen, zouden vóór alle dingen iets over de oorzaken van deze toestanden moeten leren. En deze oorzaken liggen in de diepten van de menselijke natuur. Wat de antroposofie als de psychische (astrale) en geestelijke wereld onthult, bevat de wetten van het menselijk leven, zoals de elektriciteitsleer de wetten voor de elektromotor bevat. Het is begrijpelijk dat men juist in socialistische kringen van deze hogere werelden niets wil weten, omdat men niet eens een flauw idee van het bestaan daarvan heeft.

Maar zolang men niet bereid is in te gaan op deze hogere werelden, zal alle sociale arbeid tot onmacht veroordeeld zijn. Degenen die zowel van spirituele zaken als van sociale verhoudingen wat begrijpen, weten dat. Annie Besant, de ziel van de theosofische vereniging in het heden, stond jarenlang midden in sociale hervormingen, waarin zij een voorbeeldige en belangrijke activiteit ontwikkelde. Toen zij de opvattingen van de theosofie haar eigengemaakt had, werd het haar duidelijk dat al dit sociale werk zonder het in werking zetten van de geestelijke krachten, waarvoor de theosofie de sleutel levert, onvruchtbaar is. Zij sprak in haar toespraak over “Theosofie en sociale kwesties” op het theosofencongres in Chicago 1892 de betekenisvolle woorden: “Ik, die mij zoveel jaren van mijn leven met sociale kwesties op materieel gebied bezig heb gehouden, die zo veel tijd en nadenken heeft gewijd aan het streven een remedie te vinden voor de sociale misstanden van de mensheid; ik beschouw het als mijn plicht…te zeggen dat een enkel uur spirituele energie, gewijd aan het wel en wee van de mensen, honderd maal meer vruchten draagt dan een jaar werk in de materiële wereld.”

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 435 -436)

Eerder geplaatst op 8 februari 2016