In ieder afzonderlijk mens leeft een godmens. In de verre toekomst zal deze godmens uit iedere enkeling opstaan. Zoals de mens in de tegenwoordige tijd voor ons staat, is hij in zijn uiterlijke gedaante min of meer een afdruk van de innerlijke goddelijke mens, en deze innerlijke goddelijke mens werkt voortdurend aan de uiterlijke mens.
Bron: Rudolf Steiner – GA 094 – DAS JOHANNES-EVANGELIUM – Berlijn, 19 februari 1906 (bladzijde 196)
Eerder geplaatst op 7 januari 2016
Ik weet wat ik de vorige keer geschreven toen dit citaat geplaatst werd. maar hoe zit dat dan met die Duitse meneer met een klein opvallend zwart snorretje die vond dat er treinen vol met Joden naar Polen moesten rijden, hij en zijn volgelingen, wat was er goddelijk aan die lui?
Het enige wat ik kan bedenken dat ik een kans krijg om dergelijke mensen te vergeven, mits ik dat kan opbrengen. Iets anders goddelijk eraan kan ik niet verzinnen..