In ieder afzonderlijk mens leeft een godmens. In de verre toekomst zal deze godmens uit iedere enkeling opstaan. Zoals de mens in de tegenwoordige tijd voor ons staat, is hij in zijn uiterlijke gedaante min of meer een afdruk van de innerlijke goddelijke mens, en deze innerlijke goddelijke mens werkt voortdurend aan de uiterlijke mens.
Bron: Rudolf Steiner – GA 094 – DAS JOHANNES-EVANGELIUM – Berlijn, 19 februari 1906 (bladzijde 196)
Eerder geplaatst op 7 januari 2016