Over waarheden en dogma’s

Het is goed om, wat ik al vaker genoemd heb, dat in het bijzonder vanuit ons antroposofische standpunt bewust en grondig erkend wordt: Ook het weten dat men in het heden, hoe onmiskenbaar het ook is, over spirituele zaken kan verwerven, het mag niet opgevat worden als een som van absolute dogma’s. Het moet duidelijk zijn dat degenen die later in komende tijden zullen verschijnen, meer waarheden zullen zien, dan wij zelf zien kunnen en in staat zijn naar voren te brengen.

Daarop berust eigenlijk de geestelijke ontwikkeling van de mensheid. En alle belemmering, alle hindernis voor de geestelijke vooruitgang van de mensheid berust uiteindelijk op het feit dat de mensen het niet toegeven willen, dat ze graag waarheden overgeleverd willen hebben, die niet de waarheden van een bepaald tijdperk zijn, maar die absolute, tijdloze dogma’s zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 184 – Die Polarität von Dauer und Entwickelung im Menschenleben – Dornach, 6 september 1918 (bladzijde 13)