Dat is het allerergste in het leven en in het bijzonder in de opvoeding en het onderwijs, het fanatisme: dat men vastloopt in een bepaalde richting, van niets anders meer wil weten, en alleen zijn eigen richting, die in bepaalde leuzen is samengevat, nog maar wil doordrukken. Ja, wie de wereld op onbevangen wijze beziet, die weet: het is met bepaalde richtingen en standpunten nu eenmaal zo, dat het slechts standpunten zijn. Als er hier een boom staat waarvan ik een foto maak, dan geef ik u daarmee één beeld. Dat beeld is van hieraf genomen; het beeld komt er vanuit een ander punt anders uit te zien, zodat u best zou kunnen zeggen: Dat is niet dezelfde boom, wanneer u uitgaat van dat ene beeld. Zo zijn er in de wereld ook verschillende standpunten, wereldbeschouwingen. Die zijn altijd maar van één kant uit gezien. Alleen degene die weet dat men de dingen van de meest verschillende kanten moet bezien, wordt niet fanatiek, maar veelzijdig, verkrijgt een noodzakelijke universaliteit.
Bron: Rudolf Steiner – GA 305 – Geestelijke grondslagen voor de opvoedkunst – GA 305 – Oxford, 25 augustus 1922 (bladzijde 178-179)
Eerder geplaatst op 3 juni 2013
Pingback: Fanatisme – De grote Rudolf Steiner Citatensite