Men kan in deze tijd op zeer scherpzinnige wijze uiterst radicale zaken bewijzen, bijvoorbeeld het leninisme, maar even goed het tegendeel ervan, of alles wat daar tussenin ligt. Elk punt van welk programma ook is waterdicht te bewijzen. Het is alleen wel zo, dat hij die het tegenovergestelde bewijst, het gelijk evenzeer aan zijn zijde heeft.
De intellectualistische geest, die in deze tijd in de mensheid de overhand heeft, schiet volkomen tekort als het erom gaat de levensvatbaarheid, de innerlijke waarde van iets aan te tonen. Deze geest bewijst – maar al is iets bewezen, daarom is het nog niet levenskrachtig of waardevol voor het leven. Hierdoor komt het dat de mensen elkaar in deze tijd bestrijden en als partijen tegenover elkaar staan. Elk programmapunt – en zeker de belangrijke – van welke partij ook is met hetzelfde recht te bewijzen.
Als het om het begrijpen van de dingen gaat, blijft ons intellect in de bovenste laag steken. Het dringt niet door in die laag, waar de waarheid te vinden is. Als men dat maar eens grondig zou inzien. De mensen blijven tegenwoordig liever aan de oppervlakte met hun verstand – ze houden er niet van om met werkelijke geesteskrachten door te dringen in diepere lagen van het zijn, waar het wezen van de dingen te vinden is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels/Luziferische Vergangenheit und ahrimanische Zukunft – Bern, 4 november 1919 (bladzijde 190-191)
Vertaling H. Beran-Muller van Brakel – Overgenomen uit het boekje Luciferisch verleden/Ahrimanische toekomst (1979 Uitgeverij Vrij Geestesleven)
Eerder geplaatst op 11 oktober 2012