Gemakzucht

De gemakzucht behoort tot de meest verspreide eigenschappen van de tegenwoordige mensheid. Als wij de vraag stellen : hoe komt het dat de meeste mensen dit of dat niét doen? Gemakzucht is het. Of we nu de belangrijkste zaken of de onbenulligste beschouwen : gemakzucht is het die het hele mensenleven doordringt. De hang naar het oude, vertrouwde, het zich niet kunnen losmaken van het oude, dat is een hangen blijven aan de gemakzucht.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Linz, 26 januari 1913 (bladzijde 167-168)

Eerder geplaatst op 7 oktober 2015

Halve waarheden erger dan hele dwalingen

In het leven zijn hele dwalingen in feite minder erg dan halve en kwart-waarheden. Een volkomen dwaling wordt snel doorzien. Halve en kwart-waarheden misleiden de mensen, zodat ze er mee gaan leven. Deze gedeeltelijke waarheden dringen dan het leven binnen en richten er de vreselijkste verwoestingen aan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Luciferisch verleden, Ahrimanische toekomst – Zürich, 27 oktober 1919 (bladzijde 175)

Vertaling H. Beran-Muller van Brakel

Eerder geplaatst op 6 oktober 2015

Wekker/Bediende/Opvoeding

Zoals niet alleen een wekker maar ook een bediende er op ingesteld kan worden om een veel slimmer mens dan hij zelf wakker te maken, zo kan ook een veel minder geniaal en zelfs veel minder goed mens een ander opvoeden die in aanleg tot betere dingen in staat is dan hij zelf.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 2 september 1919 (bladzijde 163)

Vertaling Marijke Buursink, overgenomen uit het boek Antroposofische menskunde – 1984 Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist

Eerder geplaatst op 4 juni 2013

Fanatisme

Dat is het allerergste in het leven en in het bijzonder in de opvoeding en het onderwijs, het fanatisme: dat men vastloopt in een bepaalde richting, van niets anders meer wil weten, en alleen zijn eigen richting, die in bepaalde leuzen is samengevat, nog maar wil doordrukken. Ja, wie de wereld op onbevangen wijze beziet, die weet: het is met bepaalde richtingen en standpunten nu eenmaal zo, dat het slechts standpunten zijn. Als er hier een boom staat waarvan ik een foto maak, dan geef ik u daarmee één beeld. Dat beeld is van hieraf genomen; het beeld komt er vanuit een ander punt anders uit te zien, zodat u best zou kunnen zeggen: Dat is niet dezelfde boom, wanneer u uitgaat van dat ene beeld. Zo zijn er in de wereld ook verschillende standpunten, wereldbeschouwingen. Die zijn altijd maar van één kant uit gezien. Alleen degene die weet dat men de dingen van de meest verschillende kanten moet bezien, wordt niet fanatiek, maar veelzijdig, verkrijgt een noodzakelijke universaliteit.

Bron: Rudolf Steiner – GA 305 – Geestelijke grondslagen voor de opvoedkunst – GA 305 – Oxford, 25 augustus 1922 (bladzijde 178-179)

Eerder geplaatst op 3 juni 2013