Leven ten koste van anderen

Vandaag de dag denken veel mensen er nog niets bijzonders bij als ze zich ten koste van andere mensen verrijken, op kosten van anderen leven. Niet alleen dat de mensen dit ten koste van anderen leven niet bijzonder in een morele zelfkritiek betrekken, ze denken er niet eens over na. Als ze er namelijk over nadachten, dan zouden ze vinden dat men veel meer ten koste van van anderen leeft dan de mensen gewoonlijk menen. Iedereen leeft namelijk ten koste van anderen.

Nu zal zich het bewustzijn ontwikkelen dat het leven ten koste van anderen ook in de gemeenschap hetzelfde betekent als wanneer zich een of ander orgaan in een organisme zich ten koste van een ander orgaan op onrechtmatige wijze ontwikkelt, en dat het geluk van de afzonderlijke mens in werkelijkheid niet mogelijk is zonder het geluk van het geheel.

Dat vermoeden tegenwoordig natuurlijk de mensen nog niet, maar dat moet geleidelijk aan een basisgedachte zijn van een werkelijk menselijke moraal. Vandaag de dag streeft ieder zijn eigen geluk in de eerste plaats na, denkt er niet aan dat het eigen geluk in wezen slechts mogelijk is bij het geluk van alle anderen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 181 – Erdensterben und Weltenleben – Berlijn, 19 maart 1918 (bladzijde 111)

Eerder geplaatst op 2 juni 2017