Waarom misdadigers goed slapen en morele mensen vaak slecht slapen

Er is onlangs in de kranten een bericht geweest over iets dat ook de natuurwetenschap al onderzocht heeft, de vraag waarom misdadigers zo’n goede slaap hebben, terwijl morele mensen met een goed geweten juist vaak slecht slapen. […] De mens die een sterk geweten ontwikkelt, die dus een diepvoelend (Duits: innig) mens is, een moreel bewust mens, bij die gaat in de ziel het morele voelen zo diep, dat hij het in de slaap meeneemt, en dan slaapt hij slecht omdat hij gelooft veel verkeerds te hebben gedaan.

Wie echter een slecht mens is, die geen sterk ontwikkeld moreel geweten heeft, die neemt niets aan gewetenswroeging in de slaap mee. En dan heeft hij een open geestelijk oor voor de influisteringen van Ahriman, die hem het kwaad juist als goed voorstelt. Daarom is een misdadiger zo tevreden in zijn slaap.

Bron: Rudolf Steiner – GA 218 – Geistige Zusammenhänge in der Gestaltung des menschlichen Organismus: Teil IV: Erlebnisse der Menschenseele im Schlafe und nach dem Tode in der geistigen Welt – Londen, 12 november 1922 (bladzijde 133)