Ahriman

In het aardse leven leidt de macht van Ahriman ertoe, het zintuiglijk-fysieke bestaan voor het enige aan te zien, en zich daardoor elk uitzicht op een geestelijke wereld te benemen. In de geestelijke wereld brengt deze macht de mens tot volkomen vereenzaming, tot het richten van alle belangstelling op zichzelf. Mensen, die bij de dood in Ahriman’s macht zijn, worden als egoïsten wedergeboren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS – Die Weltentwickelung und der Mensch (bladzijde 287)

Deze vertaling is van F. Wilmar

Ahriman (Wikipedia)

Binnen het Zoroastrisme is Ahriman of Angra Mainyu de god van het duister en kwaad. Hij is de aartsvijand van Ahoera Mazda. Ahriman zond dood en ziekten naar de mensen om hen in ellende te storten en zo het aards paradijs dat Ahoera Mazda had geschapen te bederven.
In de antroposofie van Rudolf Steiner is Ahriman een gevallen aartsengel. Zijn werkzaamheid is tegengesteld aan die van Lucifer. Tegenover de illusiescheppende Lucifer staat hij juist voor het naar beneden halen van het menselijke. Hij wordt ook wel als de inspirator van het materialisme beschouwd. Zijn streven is het de mens te kluisteren aan de aarde, de materie, als het enige wat zou existeren. 

Eerder geplaatst op 27 maart 2017