Wat gebeurt als er een onrecht begaan is? Dan wordt door onszelf iets in de bovenzinnelijke wereld geschapen. Het is alleen een materialistisch vooroordeel dat een onrecht voorbij kan gaan zonder dat daarbij in de spirituele wereld iets voortgebracht wordt. Het onrecht verwekt zeer bepaalde processen in de geestelijke wereld, werkingen die van ons uitstralen, onzichtbaar voor de uiterlijke zintuiglijke waarneming, maar aanwezig voor de bovenzinnelijke waarneming.
En zulke geestelijke processen die van iemand uitstralen, die een onrecht begaan heeft, zijn voedsel voor bepaalde wezens, die in de geestelijke wereld daadwerkelijk aanwezig zijn. Zulke wezens kunnen niet altijd de mens benaderen. Als hij niet zulke uitstralingen heeft, zoals ze van een verkeerde daad komen, dan kunnen ze hem niet benaderen.
Het gaat met hen net zoals met een kamer: Als de kamer goed schoon is, kunnen er geen vliegen in zitten. Die zijn er dan niet. Maar als de kamer allerlei vuil heeft, etensresten en dergelijke, dan zijn de vliegen er meteen bij. Op het moment dat de mens door zijn slechte daden bepaalde geestelijke uitstralingen uitzendt, dan zijn rondom hem wezens die zich daarmee voeden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 116 – Der Christus-Impuls und die Entwickelung des Ich-Bewußtseins – Berlijn, 2 mei 1910 (bladzijde 127)