Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas, je gelooft dat spirituele krachten van buiten naar je komen, terwijl ze alleen opstijgen vanuit het eigen innerlijk. – Laat ze mij voor een dwaas houden. Ik vind hetzelfde van de slimheid van mensen die niet de honger van een stuk brood kunnen onderscheiden. Ik weet hoe spirituele krachten van buitenaf in de mensen stromen.
Net zoals men alleen als men een dwaas is, kan geloven dat de honger zelf het brood produceert dat hem stilt, net zomin produceert de kracht van onze ziel de krachten, die we voor spiritueel werk nodig hebben: ze moeten in ons binnenstromen, moeten ons toevloeien. En net zoals we heel goed weten dat de honger in ons is en het brood van buiten komt, als we niet gek zijn, net zo weet degene die in geestelijke werelden leeft, wat in hem is en wat van buiten komt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 152 – Vorstufen zum Mysterium von Golgatha – Bazel, 1 juni 1914 (bladzijde 163-164)
Eerder geplaatst op 12 januari 2017
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Immers, de gehele mensenkiem wanneer deze zich ontwikkelt in de eicel , ontstaan van buiten , vanuit de kosmische krachten die op de eicel inwerken .
De geesteswetenschap heeft het ‘ahrimanisch fabeltje’ waarin men de materialistische wetenschappers wil laten geloven ,die nog steeds hardnekkig vasthangen aan het geloof, dat ‘alles in het DNA zit ‘ doorprikt.
De eicel wordt ,wanneer zij bevrucht wordt dwz ,wanneer het Ik en de fysieke vormkrachten daarin instralen , volledig tot een amorfe verbinding van uiteengevallen stof , een ‘chaos’ .
De allersimpelste eiwitmolecule bestaat uit innerlijk amorfe stof, of uit innerlijke verscheurde anorganische materie .
Dus helemaal geen ‘levend dna’ zoals vertelt wordt !
Pas in deze chaotische amorfe toestand kan het geestelijke inwerken , de chaos wordt ge-
ordent , en de kosmische krachten werken van buitenuit , en zullen het vorm geven, namelijk ether- en astraalllichaam zullen zij plastificeren . Deze krachten zijn reeds in de cel aanwezig, nog voordat er van bevruchting sprake is !
over voorgaande citaat : zie bronnen :
GA 205 ‘ Het ontwikkelingsproces van de mens ‘deel 1’ , voordr 1 juli 1921
GA 349 ‘ Het leven van mens een aarde ‘ , voordr, 21 maart 1923 en 4 april 1923.