Het astrale plan en het devachanplan zijn zeer bevolkte werelden en veel soorten wezens vinden we daar, die – hoewel ze niet op tastbare wijze in hun openbaringen hier zijn waar te nemen -, toch hun werkingen, hun daden hier op het fysieke plan uiten en die met het fysieke gebied, met ons hele tegenwoordige leven zeer veel te maken hebben. Men begrijpt het mensenleven niet, als men niet weet dat binnen het menselijke leven zulke wezens werkzaam zijn, die boven in hogere werelden leven. In het menselijk lichaam zelf vindt veel plaats waarover de mens geen meester is, dat niet uitdrukking van het menselijk Ik is, maar daad, werking, openbaring van wezens van hogere werelden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn, 6 januari 1908 (bladzijde 14-15)