Er is om ons heen niet alleen overal iets zoals zuurstof en stikstof aanwezig, maar er is in de hele natuur verstand, werkelijk verstand aanwezig. Geen mens is verbaasd als men zegt: We ademen de lucht in -, omdat de lucht overal is en de wetenschap is tegenwoordig wel zo veel in de schoolboeken gekomen dat de mensen geleerd wordt: Overal is lucht, en je ademt de lucht in. – Maar ik heb bijvoorbeeld wel mensen van het platteland gekend, die dit als een fantasie beschouwd hebben, omdat ze gewoon niet geweten hebben dat buiten lucht is, net zo als de mensen tegenwoordig niet weten dat overal verstand is. Die beschouwen het als een inbeelding als iemand zegt: Juist zoals we met de longen de lucht inademen, zo ademen we bijvoorbeeld met de neus of met het oor verstand in. – En ik heb u immers vroeger al rijkelijk voorbeelden getoond, waaraan u kon zien dat overal verstand is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 351 – Mensch und Welt/Das Wirken des Geistes in der Natur/Über das Wesen der Bienen – Dornach, 22 december 1923 (bladzijde 245)
Eerder geplaatst op 3 augustus 2016
Dus je kan niet zeggen: “Gebruik nou eens je gezonde verstand” maar wel: “Gebruik nou eens wat verstand”
Overal is verstand, interessant is dan wel hoe gebruik je verstand en waarom hebben er mensen, steeds meer, geen toegang tot verstand. Steiner zegt dat elke psychologisch probleem een fysiek probleem is. Met andere woorden minder verstand gebruikende mensen hebben dus een fysiek probleem. Maar verstand is een verzamelbegrip, je hebt verstand van muziek, vogels, kruiden, ethische vragen enz.
Wat is de rol van de WIL om verstand te gebruiken in de verschillende levensfasen
Onbevangen kijken en luisteren lijken me wel zintuigen om je toegang tot dit verstand te verschaffen. Het staat tot ieder >je< ter beschikking, zou ik zeggen.
Steiner zegt nergens dat je je verstand moet gebruiken, maar dat het alomvertegenwoordigd is.
Daarmee duidt hij op de oorsprong van ‘alles’ wat geestelijk is.