Geesten van ziekte en dood

Als we met het zienersoog kunnen kijken naar de zielen in hun werkzaamheid tussen dood en nieuwe geboorte, dan zien we – dat is weer iets schokkends voor de ziener – vele zielen die een bepaalde tijd tussen dood en nieuwe geboorte veroordeeld zijn om slaven te worden van de geesten die ziekte en dood brengen in het fysieke leven. Dan zien we dus zielen tussen dood en geboorte, die in het slavenjuk gevangen (Duits: gespannt) zijn van die wij ahrimanische geesten of geesten der hindernissen noemen, dus degenen die op aarde de dood teweegbrengen en die belemmeringen in het leven brengen.

Dat is een hard lot wat de ziener waarneemt bij sommige zielen als ze zich moeten buigen voor het juk van de slavernij. Als men zulke zielen dan terugvolgt tot in het leven dat ze geleid hebben voordat ze door de poort van de dood gegaan zijn, dan vindt men dat de zielen die een bepaalde tijd na de dood de geesten van de weerstand moeten dienen, zich dat door de in het leven ontwikkelde gemakzucht bereid hebben. En de slaven van de geesten van ziekte en dood hebben zich dat bereid doordat ze gewetenloosheid voor de dood ontwikkeld hebben. Daar zien we dus een bepaalde relatie van mensenzielen tot de kwade geesten van ziekte en dood, de boze geesten van de weerstanden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Stuttgart, 20 februari 2013 (bladzijde 215-216)