Pas in de Lemurische tijd (zie uitleg onder deze tekst) trad de scheiding van de geslachten op. Daardoor werd ook pas de incarnatie mogelijk, het in bezit nemen van een lichaam, zoals het voordien niet was. Vroeger ontstond een wezen uit een ander. Met de scheiding van de geslachten in het midden van de Lemurische tijd trad geboorte en dood op en daarmee was ook de mogelijkheid van de werking van karma gekomen. De mens kon een schuld op zich laden. Alles, wat we als “menselijk” kennen, is toen ontstaan.
Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 9 juni 1904 (bladzijde 116)
Volgens de antroposofie verloopt de aardeontwikkeling in zeven tijdperken van elk duizenden jaren. We zijn nu in het vijfde aardetijdperk, dat begonnen is na de ondergang van het vierde aardetijdperk, genaamd Atlantis, in het jaar 7227 v.Chr. Het derde aardetijdperk heette Lemurië, het tweede Hyperborea en het eerste Polaris. Het zesde aardetijdperk zal beginnen na de ondergang van ons huidige tijdperk in het jaar 7893.