Om een schilderij te maken moet men een schilder zijn. Maar om de schoonheid en de innerlijke waarde van het geschilderde te beleven, behoeft men geen schilder te zijn. Daarvoor behoeft men zich slechts toe te vertrouwen aan zijn onbevangenheid en onbedorven mensennatuur.
Zo is het in feite ook met de geesteswetenschap. Om ze zelf in ideeën te ‘schilderen’, moet men geesteswetenschappelijk onderzoeker zijn. Indien ze echter wordt weergegeven zoals dat gebeurt in de hierover gehouden voordrachten en in onze literatuur, dan staat ze voor ons zoals het schilderij voor de toeschouwer, die zelf geen schilder is. De mens hoeft niets anders te doen dan zich toe te vertrouwen aan zijn onbevangen en onbedorven zin voor de werkelijkheid om een gezondmakende indruk te krijgen van de schildering van de geestelijke wereld!
Bron: Rudolf Steiner – GA 231 – Der übersinnliche Mensch anthroposophisch erfaßt – Den Haag, 16 november 1923 (bladzijde 46)
Vertaling door M. Macintosh, overgenomen uit Tussen dood en nieuwe geboorte – Den Haag, 16 november 1923 (bladzijde 44) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1979
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Moeilijkheid zit ‘m natuurlijk in ‘een onbevangen en onbedorven zin voor de werkelijkheid‘. Die is geenszins vanzelfsprekend. Zoals er ook mensen zijn die wel zin en gevoel hebben voor muziek, maar niet voor poëzie enzovoort. Omvattende werkelijkheid en haar deelgebieden; uiteenlopende werkelijkheden en verwijzingen naar werkelijkheden.
Dat is nog maar de vraag of je ontvankelijk moet zijn voor alle kunsten zoals muziek, schilderijen, een goed boek, enz. Ik ben ook niet met alle facetten van de Geesteswetenschap bezig, Steiner is voor mij een belangrijke bron, maar er zijn er meer die hele nuttige dingen hebben gezegd en die ik tot me neem; Krisnamurtha, Deepak Chopra enz
Maar ik lees niet alles, en ik verdiep me ook niet in alles, ook niet als het om Steiner gaat. Kan ik ook niet, ik ben beperkt in mijn kunnen. Maakt me dat tot een slecht mens? een dief, weet ik wat? Wat nu niet komt, komt dan hopelijk wel in de volgende incarnatie. Gelukkig las ik ook op deze site een keer dat Steiner schrijft dat we tijd hebben…
Ik propageer niet dat men ontvankelijk moet zijn voor alles. Dat is niet de portee van mijn opmerking.
Nee,dat is duidelijk, John. Gevoel voor muziek hebben zeer veel mensen wel, tenminste zowat iedereen luistert wel graag naar een of andere vorm van muziek. Maar met poëzie is dat minder. De zogenaamde poëzie die veel wegheeft van sinterklaasgedichten valt vaak wel in de smaak. Maar het soort gedichten waar geen touw aan vast te knopen is, zoals bijvoorbeeld Gerrit Kouwenaar, daar hebben vel mensen, inclusief mijzelf, een afschuw van.
Wat Haike hierboven zegt, dat men zich niet met alles kan bezighouden, dat is vanzelfsprekend. Het komt ook wel voor dat iemand bijvoorbeeld twee of drie talenten heeft, maar er komen maar 1 of 2 tot ontplooiing, Het ene gaat altijd ten koste van het andere.
Waar ik echter wel vaak aan moet denken is de uitspraak van Steiner (ongeveer): ‘Op de mens rust de plicht belangstelling te hebben voor al wat is.’ Daar zit ik wel eens wat over in, want ik heb eigenlijk voor niet veel dingen belangstelling.
Misschien kun je die uitspraak van Steiner, voorzien van enige context en met bronvermelding, hier ook eens citeren, Ridzerd. Interessant. En wat talenten betreft, ja dat issue doet natuurlijk tevens denken aan een bijbeltekst: Gelijkenis van de talenten (Wikipedia).
Ik heb het gevonden, John. Ik vind het minder geschikt om op deze site te zetten, maar het staat in een Nederlandstalig boekje: “Nervositeit – Wijsheid – Liefde” (bladzijde 62)
Het is uit de voordracht “Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt” – Zürich, 17 december 1912
Het GA nummer weet ik echter niet. Het staat ook niet in dit boekje.
Oh juist, dank je voor de verwijzing. ‘k Heb dat oranjekleurig boekje uit mijn boekenkast gehaald en zie het inderdaad staan op bladzijde 62. Het staat in het Duits in de 2e alinea van bladzijde 207 van de voordrachtenreeks Erfahrungen des Übersinnlichen – Die drei Wege der Seele zu Christus (GA 143; 1912).
Ik snap niet waardoor die snelkoppeling niet werkt. Daarom hier alleen het internetadres: http://fvn-archiv.net/PDF/GA/GA143.pdf#page=207
Met veel plezier lees ik jou opmerkingen , zo echt menselijk:)👍
Ok, bedankt.
“De mens hoeft niets anders te doen dan zich toe te vertrouwen aan zijn onbevangen en onbedorven zin voor de werkelijkheid om een gezond makende indruk te krijgen van de schildering van de geestelijke wereld!”
Echter elk mens is naar Godsbeeld en Gelijkenis geschapen en zal zich, dien ten gevolge zich ook als dusdanig te gedragen, de mens is mede-schepper van levensvormen op aarde en tegelijkertijd ook verantwoordelijk voor alle levensvormen op aarde.
Ik vind deze zin in dit citaat een onverantwoorde zin, ik ben Katholiek opgevoed en dus een onbeperkt hebben in de Paus als vertegenwoordiger van God op aarde is net zo misplaatst als deze zin in dit citaat.
Ik voel me in hart en nieren mens en kan me niet indenken dat Steiner waarheid prediken kan zonder elke mens er met hart en ziel erin te betrekken! Immers, dat er leven op aarde is, is waar! Dat kan elk levend wezen beleven, echter er is maar een wezen op aarde die er over navertellen kan en dat is de mens op “vakantie!:” Op dat moment maakt hij geen deel meer uit van de waarheid van het leven.
De Mens is het toppunt van het leven op aarde en dient zich noch aan materialistische of spirituele, enz. enz. opvattingen uit te leveren! Zoek eerst het koninkrijk van God en al het andere zal je geschonken worden, staat in de Bijbel. Ik denk dat dit niet waar kan zijn, ik denk toch dat de mens ten eerste ten rade moet gaan in het wereldwijd gebeuren en dit moet eiken aan zijn persoonlijke beleving in zijn omgeving.
Het Bewust Zijn van de mens op aarde zou, sinds Adam en Eva op aarde geleefd hebben, nooit zover ontspoord van het leven op aarde zijn geweest, als Adam en Eva eensgezind waren gebleven met het onzijdige leven op aarde! In dat kader zie ik geen enkele ontwikkeling van de mens”heid”, ten opzichte het onzijdige leven(oorsprong van de mens) op aarde
Steiner ziet mij niet als zijn gelijke, ik behoor op hem te vertrouwen, ik denk dat ik dan toch beter op mijn vrouw kan vertrouwen, die misschien onzijdige nazaten heeft gebaart! Ze zijn nog zoekend, echter geen mens zou behoeven zoeken, als het alziend oog van ’n geestelijk wetenschap op aarde te vertrouwen zou zijn! De aarde, met al haar waarneembare levensuitingen is het vruchtwater van de menselijke geest en dat water wordt 355.000 keer per dag ververst door wie? Eigenlijk?
Precies daar gaat het over! Adam en Eva beleefde samen het paradijs op aarde, doch Eva zag de intimiteit van een nest jonge dieren en hun zogende moeder. We zijn nog steeds niet van dat beeld verlost, want Steiner ziet het begrip “mens” niet als mede-schepper van levensvormen, noch de mens, als primaire verantwoordelijke van al het leven op aarde!
Steiner schept tijd, zelfs incarnatietijd en dat kan nooit waarheid zijn, ik ben nu met jullie op aarde, in Nederland, volgens mij het meest roofzuchtigste volkje op aarde!
Op zich een goede eigenschap, want hoe eerder we(mensheid) waarheid beleven, te beginnen met onze wederhelft, dan met onze kinderen en pas dan gaan stoeien met de mens als alomvattend bewustzijn op aarde. Waarvan Eritreeërs er de de bron van zijn.
Tot zover
Groetjes Walter
Mijn reactie was aan Ritzerd!