Continuïteit van het bewustzijn

In het huidige stadium van de ontwikkeling verlaat de mens in de slaap zijn lichaam. Hij wandelt, soms ver verwijderd van zijn fysieke lichaam, in de astrale wereld en komt daar met andere wezens van de astrale wereld samen en wisselt gedachten met hen uit. Wanneer de mens echter ontwaakt, herinnert hij zich dat niet. Dat hangt samen met zijn huidige stadium van ontwikkeling. De ontwikkeling kan echter steeds hoger en hoger worden.

De leerling, die onder leiding van een zogenaamde meester leert, kan langzamerhand zijn bewustzijn tot een continu, tot een voortdurend bewustzijn maken. Dan zal hij de ervaringen van de nacht zich tijdens zijn waaktoestand als herinnering in zijn bewustzijn kunnen brengen. Als de leerling deze continuïteit van het bewustzijn bereikt heeft, dan herinnert hij zich wat hij in de astrale wereld heeft ontvangen. Deze bevindingen van de leerling zijn niet in de fysiek-zintuiglijke wereld geleerd,  maar ze zijn in de astrale wereld ervaren en overgebracht in zijn fysieke leven. Dit is wat Plato bedoelde als hij over de herinnering aan hogere zielstoestanden spreekt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 18 november 1903 (bladzijde 62-63)