Bewijzen/Haat en Verbittering

Vandaag de dag zijn er mensen met de meest verschillende partijmeningen en partij opvattingen. Men kan daarvan de ene mening even goed bewijzen als de andere. U zou net zo goed kunnen bewijzen wat een of andere socialistische partij vertegenwoordigt als wat een antisocialistische partij vertegenwoordigt, met dezelfde goede argumenten, die de mensen dan inpalmen. Als de mensen niet inzien dat deze manier van bewijzen geheel aan de oppervlakte van het bestaan ligt, dat men evengoed het ‘nee’ als het ‘ja’ kan bewijzen met onze huidige intelligentie, die voor de natuurwetenschap zeer bruikbaar is, die echter voor een andere kennis onbruikbaar is, als de mensen niet inzien dat deze intelligentie, die onze wetenschap zulke grote diensten bewijst, aan de oppervlakte ligt, dan zullen ze deze intelligentie gebruiken voor wat het sociale leven is, voor wat het geestelijke leven is. Dan zullen ze tegenovergestelde dingen bewijzen, de ene dit, de andere dat, de ene groep dit, de andere groep dat; en doordat men beide bewijzen kan, zullen de mensen overgaan tot haat en verbittering, die we immers meer dan genoeg in onze tijd vinden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach, 1 november 1919 (bladzijde 202-203)