Mensen zullen zeggen: Het is pathologisch om ooit aan geest en ziel te denken

Zoals indertijd bij het concilie van Constantinopel (869 n. Chr.) de geest afgeschaft is, dat wil zeggen zoals men dogmatisch bepaald heeft: De mens bestaat slechts uit lichaam en ziel, van een geest te spreken is ketters -, zo zal men in een andere vorm nastreven om de ziel, het zielenleven af te schaffen.

En de tijd zal komen, misschien in een niet zo verre toekomst, waar bij een dergelijk congres zoals dat in 1912 heeft plaatsgevonden, nog geheel andere dingen zich zullen ontwikkelen, waarbij nog heel andere tendensen zullen opkomen, waar men zeggen zal: Het is al ziekelijk bij een mens, als hij aan ziel en geest denkt. Gezond zijn alleen de mensen, die alleen maar van lichaam spreken. – Men zal het als een symptoom van een ziekte zien, als een mens zich zo ontwikkelt dat hij op het begrip komen kan: Er bestaat een geest of een ziel. – Dat zullen zieke mensen zijn. En men zal – daar kunt u zeker van zijn – een geschikt medicijn vinden, dat men gebruiken zal. Indertijd schafte men de geest af. De ziel zal men afschaffen door een medicijn. Men zal door een “gezond inzicht” een vaccin vinden, waarmee het organisme zo bewerkt wordt in de zo vroeg mogelijke jeugd, zo mogelijk meteen bij de geboorte, dat dit menselijk lichaam niet op de gedachte komt: Er bestaat een ziel en een geest.

Zo scherp zullen de beide wereldbeschouwingsstromingen tegenover elkaar komen te staan. De ene zal nadenken over hoe begrippen en ideeën te vormen, opdat zij de echte werkelijkheid, de geest- en zielwerkelijkheid weergeven (Duits: gewachsen sind). De anderen, de volgelingen van het hedendaagse materialisme, zullen het vaccin zoeken, dat het lichaam “gezond” maakt, dat wil zeggen: zo maakt, dat dit lichaam door zijn constitutie niet meer over zulke dwaze dingen praat als ziel en geest, maar “gezond” spreekt over de krachten, die in machines en chemicaliën leven, die in de wereldnevel planeten en zonnen vormen. Dat zal men door fysieke procedures teweegbrengen. Aan de materialistische medici zal men het overlaten om de zielen uit de mensheid te verdrijven.

Ja, degenen die geloven dat men met luchthartige begrippen in de toekomst kan zien, die vergist zich zeer. Met ernstige, grondige, diepe begrippen moet men in de toekomst zien. Geesteswetenschap is niet een fantasterij (Duits: Spielerei), is niet zomaar een theorie, maar geesteswetenschap is tegenover de evolutie van de mensheid een werkelijke verplichting.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt/Der Sturz der Geister der Finsternis – Dornach, 7 oktober 1917 (bladzijde 97-98)

Eerder geplaatst op 6 december 2015