Weten na de dood

Er zijn velen die geloven dat men slechts door de poort van de dood hoeft te gaan om alles te ervaren wat op de aarde met grote moeite door geesteswetenschap bereikt kan worden. Deze mensen geloven ook dat iemand alleen maar hoeft te sterven om na de dood het gehele occulte weten te kunnen verwerven, omdat hij dan in de geestelijke wereld zal zijn. Maar dit is niet het geval.

Net zoals er hier op aarde andere wezens dan de mensen zijn, zoals het bijvoorbeeld met dieren het geval is, die alles zien wat de mens door zijn zintuigen kan zien, terwijl het hen niet mogelijk is zich daarover ideeën en begrippen te vormen, zo is het met de zielen die in de bovenzinnelijk werelden leven, die – hoewel ze de wezens en feiten van de hogere geestelijke wereld zien -, zich geen begrippen en ideeën daarover kunnen vormen, als de mensen hier op aarde niet zulke begrippen en ideeën in de Akashakroniek inschrijven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 152 – Vorstufen zum Mysterium von Golgatha – Londen, 1 mei 1913 (bladzijde 14)

De vierentwintigste Maria Magdalena

Het is een slechte gewoonte, dat wanneer er over vorige levens wordt gesproken, men altijd op belangrijke figuren uit de geschiedenis wil teruggrijpen. Dat is een verkeerde zaak, die maar al te vaak voorkomt. Het is me vaak overkomen, dat verschillende personen historische figuren uit de evangeliën op hun vorige incarnatie wilden terugvoeren. Nog onlangs kwam er een dame, die beweerde dat ze Maria Magdalena was geweest. Ik heb haar gezegd, dat ze de vierentwintigste Maria Magdalena was, die ik in mijn leven heb ontmoet. – Er moet de grootst mogelijke behoedzaamheid in acht worden genomen, opdat zulke fantasterijen niet voorkomen!

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Wenen, 9 februari 1912 (bladzijde 268)

Eerder geplaatst op 20 november 2015

Niet gedachten, maar gevoelens verhinderen het inslapen

Als we diep nagedacht hebben, slapen we het gemakkelijkst in en als we niet in slaap kunnen komen, dan is het goed om een boek te nemen of ons met iets bezig te houden waarbij we ingespannen moeten nadenken, bijvoorbeeld een wiskundeboek, dat zal ons helpen om in te slapen; daarentegen niets wat onze diepere interesse heeft, zoals een roman waar veel in staat dat voor onszelf belang heeft. Hierbij komen onze emoties (Duits: Gemütsbewegungen)  op en onze emoties zijn het die ons verhinderen om in te slapen. Als we met een levendig bewogen gemoed in bed liggen, als we onze ziel met iets belast hebben, of als we een bijzondere vreugde in ons gemoed hebben, die nog niet is uitgeleefd, dan zullen we ons zeer vaak in ons bed omdraaien en niet in slaap kunnen komen. Terwijl de gedachten die niet met emoties gepaard gaan, ons vermoeien, zodat we gemakkelijk inslapen, verhindert juist datgene wat ons gemoed sterk beweegt het inslapen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Jeshu ben pandira – Leipzig, 4  november 1911 (bladzijde 107-108)

Eerder geplaatst op 18 november 2015

Idiote aanvallen op de antroposofie

Als men zoiets meemaakt als juist de laatste aanvallen, ziet men dan niet duidelijk: op de geesteswetenschap zelf gaan de mensen niet in. Ik heb u verteld over de bijzonder hatelijke, meedogenloze aanval, die nu weer in Duitsland plaatsvindt, waarbij de “nobele” Frankfurter Zeitung zich op buitengewoon schaamteloze wijze gedraagt. Ze heeft weliswaar onze reactie opgenomen, nadat ze de afschuwelijke aanval gedaan heeft, maar alleen maar om hun eigen idiote aanmerkingen met een hele column daarop aan te laten sluiten. Deze dingen komen van de mensen die de antroposofische wetenschap totaal zouden willen laten verdwijnen, maar te lui of te incompetent zijn om zich met de antroposofie bezig te houden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 203 – Die Verantwortung des Menschen für die Weltentwickelung – Dornach, 13 maart 1921 (bladzijde 276-277)

Andere krachten

Zoals de mens tegenwoordig is, heeft hij op het fysieke lichaam geheel geen invloed. Wat de mens lichamelijk is en doet, is van buitenaf door scheppende krachten gedaan. Hij kan de beweging van zijn hersenmoleculen niet zelf regelen; hij kan de bloedsomloop niet vanuit zichzelf beheersen. Dat wil zeggen, dat het fysieke lichaam onafhankelijk van de mens tot stand gebracht is en ook voor hem in stand gehouden wordt door andere krachten. Het is als het ware alleen aan hem geleend. De mens is geïncarneerd in een fysiek lichaam, dat voor hem is gemaakt door andere krachten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 93a – Grundelemente der Esoterik – Berlijn, 27 september 1905 (bladzijde 24)

Eerder geplaatst op 16 november 2015