Lachen en huilen

We hebben in andere voordrachten ook gezien, hoe het Ik niet alleen aan de ziel werkt, maar hoe het door deze arbeid zelf steeds volkomener en sterker worden kan. We zullen daarom gemakkelijk begrijpen, dat lachen en huilen in zeker opzicht een opvoedingsmiddel kunnen zijn. […] In lachen en huilen ligt dus tegelijkertijd een opvoedingsmiddel van het Ik en de krachten van het Ik. Het Ik stijgt als het ware opwaarts in zijn vrijheid en samenhang (Duits: Zusammengeschlossenheit) met de wereld, doordat het zich uit in lachen en huilen. Daarom is het geen wonder dat tot de grote opvoedingsmiddelen van de menselijke ontwikkeling de producties en scheppingen behoren, die juist op de opwekking van de zielenkrachten aansturen, die aan de lach en de traan ten grondslag liggen. […] We zien hoe het met de ontwikkeling van de mensen samenhangt, dat door de tragedie (Duits: Trauerspiel) en de komedie (Duits: Lustspiel) kunstmatige scheppingen voor zijn ziel afgeschilderd worden. Wie de menselijke natuur en zijn wezen ook in de kleinste dingen kan waarnemen, die zal zien dat ook de alledaagse belevenissen hem tot begrijpen van de grote feiten kunnen leiden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 59 – Metamorphosen des Seelenlebens/Pfade der Seelenerlebnisse – Berlijn, 3 februari 1910 (bladzijde 67-68)

Eerder geplaatst op 12 juli 2015