Het zou een slechte zaak zijn als er alleen maar mensen zouden zijn, die kunstenaar zijn, of als al diegenen die geloven dat ze als kunstenaar erkenning zouden moeten krijgen, werkelijk erkenning zouden krijgen. Ik zou wel willen weten wat er dan van het leven terecht zou moeten komen. Genialiteit is weliswaar noodzakelijk voor het leven, maar ook burgerlijkheid (Philistrosität) is noodzakelijk voor het leven. En zou er geen burgerlijkheid bestaan, dan zou er waarschijnlijk ook zeer spoedig geen genialiteit meer bestaan. De categorieën “goed” en “slecht” kan men niet zo zonder meer in het leven laten gelden, want het leven is veelvormig. Praten kan men veel, maar men zou eigenlijk niet anders moeten praten dan over wat aan het leven zelf ontleend is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 337b – Soziale Ideen/Soziale Wirklichkeit/Soziale Praxis – Dornach, 30 augustus 1920 (bladzijde 109)
Praten kan men veel, maar men zou eigenlijk niet anders moeten praten dan over wat aan het leven zelf ontleend is. Het is maar goed dat Steiner “eigenlijk” in dit citaat zegt, want waarover Steiner het meest over spreekt is over de geest van het leven, in plaats van over het Hart van het leven! Blijkbaar was het Steiner in die tijd door de burgers nog niet vergund om vrijuit vanuit het hart te spreken, zoals Jezus dat al 1900 jaar daarvoor deed. Ik zie geen enkele progressie in de omstandigheden en harten kreten der mensheid.
Rumi, een soefist uit de dertiende eeuw schreef dit:
Een innerlijk leven wil niet alleen zeggen stilstaan bij wat je denkt en voelt, het gaat ook om onze wezenlijk band met dat wat het meest werkelijk is. De weg naar binnen brengt ons dichter bij de kwaliteiten die in het hart aanwezig zijn: vertrouwen, rust, kracht en weten. Bij Roemi draait alles om de liefde, en om deze liefde bezit te laten nemen van ons hart is het belangrijk de waarheid, de werkelijkheid, de realiteit, het ware onder ogen te zien.
In wezen, hetgeen Jezus Christus ten opzichte van zijn apostelen, elke dag weer, telkens in zijn handelingen en woorden liet blijken.
Ik vind dat Steiner de geest van Jezus die ik via het woord beleefd heb, op een manier ondergraaft, die ik nog niet met mijn hart heb kunnen doorvoelen. Ik denk dat Roemi het goed zegt, het gaat ook over onze wezenlijke band, met wat het meest werkelijk is!
En die wezenlijke band heb ik mijn culturele christelijke natuur nog nooit op een realistische wijze zien uitdragen, laat staan beleven!
Ik ben op deze site om het realisme van hetgeen ik op aard beleef, te proberen vertalen naar de intentie van mijn Hart en kom steeds tot de conclusie dat het hart geen spreekrecht op aarde krijgt. Ik gun Steiner best ’n tempel, zoals ik ’n buurman ’n Jaguar gun, maar heeft dat iets met de realiteit van doen? Tel de levensuren van al die mensen die dit product hebben doen verwezenlijken en dat was met het bouwen van de tempels in Egypte al zo.
In wezen is de mens georienteerd op de dood, in plaats van georienteerd zijn, op het eeuwig leven! De klei die door erosie door de eeuwen heen het leven op aarde bracht, wordt nu gebruikt om de mens via allerlei betonnen stelsels te beschermen tegen erosie van het menselijk zijn, in plaats van het hart van het leven op aarde uit te dragen.
Tot zover
Groetjes Walter.