Over ontwikkeling van het verstand

De mensen moeten zich ermee bekend maken, dat niet dode waarheden het leven kunnen regeren, maar enkel levende waarheden. Een dode waarheid is het volgende. ‘We moeten mensen opvoeden tot verstandige mensen; dat moeten we.’ Dus – zo zegt de dode waarheid – cultiveren we het verstand zo vroeg mogelijk, dan worden de mensen verstandige mensen. Maar dit is een echte onzinnigheid. Het is dezelfde onzin als wanneer iemand zou willen besluiten om een éénjarig kind al tot schoenmaker op te leiden. De mens wordt juist dan een verstandig mens, als hij niet te vroeg met het verstand ontwikkeld wordt. Men moet vaak in het leven het tegenovergestelde doen van wat men eigenlijk bereiken wil. Het eten kan men ook niet meteen eten; men moet het eerst koken. […] Evenzo kan men de mensen niet verstandig maken doordat men hun verstand zo vroeg mogelijk cultiveert, maar doordat men in de vroege jeugd (Steiner spreekt hier over de tijd tot aan ongeveer het veertiende jaar) datgene cultiveert wat hen dan geschikt maakt om later verstandig te worden. De abstracte waarheid is deze: Het verstand cultiveert men door het verstand. De waarheid van het leven is deze: Het verstand cultiveert men door een gezond geloof aan een op goede gronden steunende (Duits: berechtigde) autoriteit.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 12 oktober 1917 (bladzijde 132-133)

Eerder geplaatst op 11 juni 2014