Het materialistische ideaal: Een aards paradijs

Hoewel ook tegenwoordig veel mensen zeggen dat ze in een geestelijke wereld geloven – het blijft een woord; bij veel mensen blijft het enkel een woord, een holle klank. In de gewaarwordingen, in de gevoelens, in de onderbewuste impulsen van de mensen zit toch iets anders, zit de neiging materialistisch te denken. Deze neiging, die verleidt de mensen ertoe – hoewel ze zichzelf wijsmaken in iets anders te geloven -, eigenlijk toch alleen in het materiële leven te geloven. Ja, wie alleen in het fysieke gebied gelooft, wie niet gelooft nog iets anders in zijn omgeving te hebben dan het fysiek-zintuiglijke, die kan immers geheel niet anders dan als enig ideaal te erkennen, alles op het aardse plan zo in te richten dat dit fysiek-zintuiglijke leven een paradijs wordt, anders zou immers de hele wereld een onzinnigheid zijn. Voor de materialisten is er helemaal geen andere mogelijkheid, als hij de wereld niet voor onzin wil houden, dan zich aan de illusie over te geven, dat het weliswaar nu nog erg gebrekkig toegaat op het fysieke plan, maar dat men toch toestanden zou kunnen teweegbrengen, die aan deze onvolkomenheid een eind maakt en de volmaaktheid er voor in de plaats zet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 1 oktober 1917 (bladzijde 46-47)

Eerder geplaatst  op 2 juni 2014

De socialistische illusie

Wie in staat is te zien, wie de werkelijkheid kan doorzien, die weet dat de wereld op het aardse plan nooit perfect kan zijn. Wie echter materialistisch denkt, maakt zich de illusie dat op het fysieke plan iets volmaakts bereikt zou moeten worden. Daaruit komen dan alle illusies voort, waarvan een vooral zeer karakteristiek is: de socialistische illusie van de huidige tijd. Illusies maken zich tegenwoordig immers inmiddels mensen van allerlei meningsnuances, alle partijschakeringen – ook de mensen van een liberale levensbeschouwing, liberale levensopvatting hebben zich een bepaalde inrichting op het fysieke vlak geconstrueerd en hebben gedacht, dat als ze deze organisatie kunnen realiseren, dan zal het een paradijs op aarde zijn. De socialisten denken aan helemaal niets anders, dan hoe men de wereld op het aardse plan zou moeten inrichten, opdat alles op aarde hier goed zou zijn, opdat ieder een bijzonder aangenaam bestaan, zoals men het zich voorstelt, heeft, ieder op gelijke wijze en ga zo maar door. En wanneer deze mensen beginnen zich de toekomstige vormgeving op het fysieke vlak voor te stellen (Duits: auszumalen), dan is het altijd een zeer prachtige, paradijselijke wereld.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 1 oktober 1917 (bladzijde 45)

Eerder geplaatst op 1 juni 2014

Chaos/Misleiding/Zinsbegoocheling

In menig opzicht zijn de mensen van tegenwoordig – ondanks dat ze geloven, dat ze boven de illusies van de verleden tijd, boven het bijgeloof van de afgelopen tijd geweldig ver uitgestegen zijn – door en door misleid, neigen meer als dat in andere tijden het geval was, ertoe, zich over bepaalde wezenlijke en belangrijke dingen van de wereldorde aan illusies over te geven, en wel in een dergelijke graad dat deze zinsbegoochelingen wereldbeheersende, volkenbeheersende, aardebeheersende machten worden. Dat is zeer belangrijk, want in de hele chaos van heden heersen – en daardoor is het immers een chaos – hersenschimmen, bedrieglijke ideeën.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 1 oktober 1917 (bladzijde 44)

Eerder geplaatst op 31 mei 2014

Het troosteloos triviale en oppervlakkige wat tegenwoordig in de wereld geschreven en gesproken wordt

Enkel en alleen door zich een begrip te verschaffen, een gevoel, een innerlijke impuls te verkrijgen voor de noodzaak van spiritualisering: dan zal men in de mate waarin men zich dat eigen maakt, verder komen. Wie de tijd enigermate begrijpen wil en in deze tijd de ernstige waarheden mist, zoals wij ze al vaak en nu opnieuw door onze zielen hebben laten trekken, die moet toch enigszins een gevoel krijgen voor al het vreselijke, voor al het troosteloos triviale en oppervlakkige wat tegenwoordig in de wereld geschreven en gesproken wordt.

Stelt u zich eens een groep kinderen voor, ze breken potten, borden, glazen, alles van hun ouders. Men ziet het aan en denkt na, hoe dit te beteugelen, dat die kinderen steeds weer naar de keuken en naar de provisiekast en overal heen lopen, waar nog wat breekbaars is. Tenslotte komt men erop hoe men dit stoppen kan. Een aantal mensen die dat aanzien, die zelfs de opvoeders van de kinderen willen zijn, komen op een idee: Ze zorgen ervoor dat al het breekbare gehaald en kapot gegooid wordt, tot er helemaal niets meer is. Dan wordt er niets meer gebroken, dan is het kapotmaken afgelopen! – Ik weet niet hoeveel mensen er zouden zijn, die zulke opvoeders niet voor dwazen zouden houden. Dan zou men dat immers wel inzien. Wanneer echter zich wijs wanende mensen door de wereld laten horen: Men moet zo lang bloedige oorlogen voeren, tot er vrede is, men moet eerst alles kapot maken, zodat op de aarde geen kapotmaken meer mogelijk is -, dan ziet men dit voor wijsheid aan. Zo lang moorden als het maar kan, om het moorden af te schaffen, om het moorden te bestrijden, dat is wijsheid!

Voor wie nog een vonkje logica kan voelen, is dat niet meer wijsheid dan wanneer een opvoeder tegen een groepje kinderen zegt: Opdat er niets meer wordt vernield, laat ik snel alles erbij halen zodat ook het laatste nog kapot gemaakt wordt, en dan zal wel niets meer kapot gemaakt worden. – Waarom noemen de mensen dit laatste dwaasheid, en dat eerste toekomstpolitiek? Omdat de gedachten van de mensen tegenwoordig daar ophouden, waar ze juist het intensiefste zouden moeten zijn: waar deze gedachten op de grote lotsvragen betrekking hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 29 september 1917 (bladzijde 25-26)

Eerder geplaatst op 30 mei 2014 

Spiritueel inzicht/Orde/Chaos

Meer, oneindig veel meer dan enig andere tijd vereist de tegenwoordige tijd van de mensen juist dat wat deze mensen het allerminste hebben willen: geesteswetenschappelijk inzicht. Hoe vreemd het voor de mensen van tegenwoordig ook klinkt: Orde wordt het uit de chaos van tegenwoordig niet, voordat een voldoende groot aantal mensen zich zal bekwamen om de spirituele waarheden te erkennen. Dat zal het wereldhistorische karma zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 29 september 1917 (bladzijde 15)

Eerder geplaatst op 29 mei 2014