Over de demon Sorat

We naderen nu de op handen zijnde tijdperiode van de derde 666: 1998. Aan het einde van deze eeuw komen we bij het punt waar Sorat weer uit de afgronden van de evolutie het sterkste zijn rotkop (Duits: Haupt) verheffen zal, waarbij hij de tegenstander van de verschijning van Christus zal zijn, die de daartoe voorbereide mensen al in de eerste helft van de twintigste eeuw zullen hebben door de zichtbaarwording van de etherische Christus. Het zal enkel nog tweederde van deze eeuw duren tot Sorat op machtige wijze zijn akelige porem (Duits: Haupt) verheffen zal. […]

En nog voor het einde van deze eeuw zal hij zich doen blijken, doordat hij in talrijke mensen zal komen als het wezen van wie ze bezeten zijn. Men zal mensen voor de dag zien komen, van wie men niet zal kunnen geloven dat het werkelijk mensen zijn. Ze zullen zich ook uiterlijk op een eigenaardige wijze ontwikkelen. Ze zullen uiterlijk felle, sterke naturen zijn met woedende trekken, vernietigingszucht in hun emoties. Ze zullen een gelaat dragen waarin men uiterlijk een soort dierlijk gezicht zal zien. De Soratmensen zullen ook uiterlijk herkenbaar zijn, ze zullen op de vreselijkste manier niet alleen alles bespotten, maar ook alles bestrijden en in de afgrond storten willen, wat van spirituele aard is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 346 – Vorträge und Kurse über christlich-religiöses Wirken – V – Apokalypse und Priesterwirken – Dornach, 12 september 1924 (bladzijde 122)