Het eerste dat men moet leren om in de geestelijke wereld binnen te gaan, is een juiste wijze van denken. Hoe wij dat bereiken, daarover zullen wij het later nog hebben; die vraagstukken zijn zeer ingewikkeld. Wij moeten vandaag eerst zo ver komen dat wij inzien wat het betekent allereerst een geheel zelfstandig denken te ontwikkelen. Daarvoor moet men veel afschaffen dat tot de hedendaagse opvoeding behoort, want de hedendaagse opvoeding bestaat juist uit onzelfstandig denken, denken dat afkomstig is van het Latijn. Denkt u vooral niet dat wat tegenwoordig aan socialistische theorieën wordt ontwikkeld een uiting van vrij denken is. Die hebben allen hun kennis opgedaan uit dat wat het Latijn is voortgekomen; daarvan zijn zij zich alleen niet bewust. Een arbeider kan zich best het een of ander voornemen met zijn wil, nietwaar; maar als hij begint te denken, dan denkt hij helemaal in bourgeoisbegrippen, en die zijn immers uit het Latijnse denken voortgekomen. Dus het eerste dat men hebben moet, is een zelfstandig denken.
En het tweede is dat men moet leren niet alleen op het ogenblik, in het heden te leven, maar altijd weer terug te kunnen gaan naar het leven dat men heeft geleid, tot in de kindertijd toe. Ziet u, wie in de geestelijke wereld wil doordringen, moet zichzelf vaak opdragen: ‘Nu moet je teruggaan naar de tijd dat je een jongen van twaalf jaar was. Wat heb je toen gedaan?’ En dat moet men zich dan niet oppervlakkig, niet alleen uiterlijk, maar tot in kleinigheden voorstellen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 350 – Rhythmen im Kosmos und im Menschenwesen/ Wie kommt man zum Schauen der geistigen Welt? – Dornach, 28 juni 1923 (bladzijde 157)
Ook te vinden in ‘Hoe komt men tot schouwen in de geestelijke wereld?’ (bladzijde 27) Vertaling: L.M. Mispelblom Beyer-van den Berg van Eysinga
Eerder geplaatst op 30 september 2013
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Als mensen zelfstandig(er) zouden gaan denken, zouden ze bijvoorbeeld ook niet in die geldklopperij van organisaties als Astro TV of in de machinaties van charlatans als Robert van den Broeke trappen.
Dit steinercitaat is een mooi tekstdeel van een een bijzondere voordracht van Steiner voor (toenmalige) arbeiders. Die arbeidersvoordrachten zijn altijd de moeite waard. Ik lees en bestudeer ze steeds met veel belangstelling en plezier.
En het gaat natuurlijk wel om die combinatie: (1) zelfstandig én (2) juist denken. Zeker niet altijd een makkelijke opgave, integendeel, maar beslist de moeite waard en zeer nastrevenswaardig.
het gecorrumpeerd bourgpoisie-denken van de arbeider…INTERESSANT!
P.S.TEXTE FRANCAIS EST COMPOSE DES MAJUSCULES SANS ACCENTS
Date: Fri, 10 Jun 2016 05:01:35 +0000 To: alamdemonaco@hotmail.com
In Steiners tijd, en daarna natuurlijk, werden de hoofden van veel arbeiders, miljoenen mensen, ‘op hol gebracht’ door marxistische denkbeelden. Nogal wat kernbegrippen in die leer zijn van Latijnse oorsprong. Karl Marx, wetenschapper en burger, doorwerkte met zijn doorwrochte academische vorming en zijn militante theses het Latijn met een daaraan verbonden denkkwaliteit. Een begrip als ‘proletariër’ bijvoorbeeld is afkomstig uit het oude Rome. Citaat wikipedia artikel:
Proletariër – Etymologie – Wikipedia – Etymologie
“De term “proletariër” is afkomstig uit het oude Rome. Daar begon in de 2e eeuw voor christus de klasse van bezitslozen, die massaal naar de hoofdstad trokken, schrikbarend toe te nemen (zie artikel: Romeinse Republiek). Omdat er geen grootschalige industrie bestond, moesten deze families leven van allerhande marginale klussen en bij tijden van de gratis brooduitdelingen. Het woord proletarius betekent in het Latijn een man die niets anders bezit dan zijn kinderen (proles).
Vergelijkingsmateriaal: Dictatuur van het proletariaat (Wikipedia)
En zie bijvoorbeeld ook, het zijn maar kleine illustraties, de Latijnse oorsprong van begrippen als pauper en pauperisatie: Pauperisatie – Marxistisch woordenboek. Een citaat daaruit: ‘Pauperisatie: letterlijk verarming; Latijn pauper = arm; pauperisme = toestand van erge armoede, leven onder het bestaansminimum’.
Mij doet dit met betrekking tot de tegenwoordige tijd denken aan een constante aanwas van zogenaamde ‘paupers’, die term draagt duidelijk een negatieve connotatie, mensen die voor lange tijd of permanent geen werk (meer) kunnen vinden en afhankelijk raken van bedeling, uitkeringen. Dat kan vandaag de dag niet in de laatste plaats door leeftijdsdiscriminatie zich als feit voordoen. Daardoor leven een deel van die mensen rond of soms zelfs onder een bestaansminimum.
Als ik werkelijk zelfstandig denk, vanuit mijn kind zijn, moet ik concluderen dat de mens niets om zijn/haar toekomst geeft. In steden wordt meer ruimte voor van alles en nog wat gecreëerd, behalve voor ’n kind. Het kan geen ruimtelijk contact met het leven op aarde maken, alleen via materiële wegen.
Tot zover
Groetjes Walter.