Zorgen

Zorgen mag de mens zich tot op zekere hoogte wel maken, maar bij het er bovenuitgaan treedt een verwelken, verdorren van de fysieke hersens op (Duits: aber über diesen hinaus tritt ein ein Verwelken, Verdorren des physischen Gehirns). De zorgen-gedachten graven sporen in het brein, die veroorzaken dat zulke gedachten steeds opnieuw gedacht moeten worden. Zo wordt het fysieke lichaam van de mens een hindernis voor zijn voortschrijdende ontwikkeling. De gelaatstrekken weerspiegelen deze sporen weer. Er bestaat een bepaalde astrale substantie, waarin de zorgen leven, en er zijn individualiteiten van hoge ontwikkeling, die deze zorgensubstantie op zich nemen. Dat zijn de Verlossers. De grootste Heiland, de grootste Man der Zorgen was Christus.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band I: 1904 – 1909 – Berlijn, 11 november 1908 (bladzijde 432-433)